tussen Amsterdam/Rotterdam - Roosendaal/Antwerpen en Eind
hoven/Maastricht. Behalve Zevenbergse Hoek heeft ook Zeven-
bergen een stationsemplacement, waar thans alle treinen
stoppen. Wat het wegverkeer betreft, de grote weg van Breda
via Moerdijk naar het Westen des lands loopt over Zevenbergs
grondgebied vlak langs Zevenbergse Hoek} uitvoering van de
nieuwe Rijksweg zal Zevenbergen ook snelle verbindingsmoge
lijkheden bezorgen met Roosendaal/Antwerpen en Bergen op Zoon/
Zeeland. Be verbindingen te water zijn niet zo rooskleurig,
slechts schepen van kleine tonnenmaat (300-400 ton) kunnen
via de Rode Vaart, Zevenbergen vanuit het Hollands Diep be-
reiken.
De bevolkingsontwikkeling van Zevenbergen wekt intussen niet
de indruk, dat de aangeduide verkeers-economische uitstekende
outillage der gemeente aanleiding heeft gegeven tot een cor
responderende ontwikkeling aldaar van de diverse vormen van
economische activiteit. Terwijl nl. vanaf plm. 1920 in de i
Provincie Hoord-Brabant de bevolking toenam met ruim 60$,
fluctueerde de bevolking van Zevenbergen van 1920 tot heden
voortdurend tussen 8500 en 9000 inwoners. I
De bevolking vertrekt dus uit Zevenbergen. Van 1880 t/m 1948,
in 68 jaren dus, viel in 59 jaren daarvan een groter vertrek
dan vestiging te constateren. Van '1920-1945 bedroeg het ver-
"trekoverschot (plm. 3290 personen) ruim 90$ van het geboorte-
overschot (plm. 3600 personen).
Van waar deze voortdurende bevolkingsuittocht uit een gemeen-
te, waar de verkeers-geografische voorwaarden voor een gunsti-
ge werkgelegenheidsontwikkeling zo bijzonder geschikt zijn?
De voornaamste oorzaken hiervan lijken ons gelegen op de
eerste plaats in de uitstekende qualiteiten van de bodem ter
plaatse en het niveau hiervan, vervolgens, en in verband hier-'
mede, in de beroepsstructuur der bevolking. Zevenbergen stond
en staat nog vrijwel volkomen in het teken der landbouw, deze
bepaalt het cachet der gemeente in alle opzichten.
De begrensde werkgelegenheidspotenties dezer sector maken ver.1
trekoverschotten bij voort-during noodzakelijk. Het bodem
areaal met zijn hoog opbrengstvermogen voor de teelt van meer.
dere gewassen is te kostbaar voor en zeer moeilijk ter be-
schikking te verkrijgen van andere sectoren van economische
bedrijvigheid.
Het boerenbedrijf wordt overwegend uitgeoefend in het kader
van grotere pachtbedrijven (plm. 70$ der cultuurgrond wordt
bewerkt in het kader van grotere pachtbedrijven van 20 ha. 1
en meer). De pachters vormen de meest welgestelde groepering
in de gemeente, hun kinderen volgen ofwel hun vader als be-
drijfshoofd op, danwel emigreren naar andere streken en ge
meenten om daar het landbouwbedrijf uit te oefenen. In de ge-
meente heeft deze groepering min of meer de economische macht*
in handen, de groeiende bevolking heeft geen andere keuze dan
ofwel als landarbeider (per 1947 bedroeg hun aantal plm.500)
op de boerenbedrijven te werken, danwel werk- en bestaans-
mogelijkheid te zoeken in het verlengstuk van de landbouwsec-
tor, als hoedanig de industrie (landbouwwerktuigen en suiker)
dezer gemeente beschouwd kan worden,,
De arbeidspotenties dezer industriee'n zijn uiteraard beperkt,
bovendien staat de werkgelegenheid evenals in de landbouwsec-
tor in niet onbelangrijke mate in het teken der seizoenmatig-
heid.