y/é<P ïïïï?S~ BETREKKING TOT HET HOUDEN VAN VAST- LïggënDS hóïïDéN bepalingen KET TINGHONDEN): De heer Breure vraagt of de mogelijkheid bestaat, dat Kuenen de gemeente op kosten kan jagen. De voorzitter merkt op, dat niet alles wat door Kuenen wordt beweerd, met de waarheid overeenstemt, al moet worden toegegeven, dat de riolering inderdaad in zijn grond ligt; een en ander zal dus eerst door eigen gemeentepersoneel in orde gebracht moeten warden, waarna tot opzegging van het jerfpachtsrecht behoort te worden overgegaan. opgevallen dat de wederopbouw niet altijd werkt ten voordele van de overheid; als ter plaatse had kunnen worden herbouwd was men o.a. met gebruikmaking van de nog bestaande funda menten heel wat goedkoper uitgeweest. Bovendien zullen er nog heel wat meer gevallen zijn, die tot dezelfde consequen ties moeten leiden; spreker wijst b.v. op de gevallen, dat de herbouw niet in deze gemeente plaats vindt. Spreker is in genen dele tegen dit voorstel gekant, doch hij wijst er op dat niet alleen nu, doch ook voor andere gevallen dezelfde houding zal moeten worden aangenomen. De voorzitter kan met het eerste gedeelte van deze opmerkingen gedeeltelijk accoord gaan doch wijst er op, dat men tracht beter verantwoorde ste- debouwkundige plannen te verkrijgen (komvorming)Dat dit consequenties zal kunnen hebben is inderdaad waar. Overigens, zegt de voorzitter, is dit voorstel een uit vloeisel van het raadsbesluit van 1942. De consequenties, zo als de^heer Leijs die zich voorstelt, zijn in feite echter niet zo groot, omdat, integenstelling met de onderhavige zask in 99$ van de gevallen onteigening is voorafgegaan, zodat dus met grond moet worden schadeloos gesteld. Met algemene stemmen wordt vervolgens besLoten overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders. VI.VOORSTEL TOT WIJZIGING DER VEROR- ÏÏSÏTO UTR;aTëEIaSÏÏND (3e WIJZl- VII.VOORSTEL TOT 14e WIJZIGING VAN DE AlrfSMffl PóIlTIEVERqRDenÏNG MET VIII.VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE VER- ORDënïNG BESMETTE II Jkö -2 iSkTENGeD- j DEN (1e WIJZIGING). IX.VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VERDOEDING INGeVoIGë aRÏML 101 DER LAGER ONDERWIJSWET 1920 OVER 1949 EN HET BSDRaG DER VoöR VER- GóEDÏkG IN aanmSRkïNG kömEnDe üïTGaVsn. Met algemene stemmen wordt aangaande de voorstellen Vï t/m IX besloten overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders. X.VOORSTEL TOT OPZEGGING AAN H.KOENEN VaN hst Rëcëj Vat erfpacht.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1950 | | pagina 13