t
r r-
1
t r
t
HBT VOORSTEL TOJ WIJZIGING DER VSROR-
111
Kgr^"iTG~AHD ikel 7? "DER Iagbr'qNdEïïwTjH-
vraa&de MEDEWERKING aan de ÏÏSSÏUM van
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemeene stemmen
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten (zie dossier -1.851.2/06)
or '••.srno'volos ire be. h-y insoieV leb fl9S
c t
f
e*
.neVol 09a*
rSoBxaoIonrioöT rioB±rnofloo£ ifeoaiebno tam lofl w flit navsgixU
lavebBsi e?.iiov ocsb nae ni tMb 9b9m ilsob i*"XOoV ®tt
-or, 9'ïsb nJt Yeri 90 IqBBTVf)' Ei neb 0 9' i.ie-j ioob n9 Itcebr.
-ebacn «feob LiH .neslitewbnl nev anigiteev eb V9m tseVa sin 99m
t
.n9l99b ei ebem bssH n9b I3UKT nelaoTej; isri ^9osi9v
-
90f n92"ï9h
«in
tL
noirion-r ob 10
.iJbiow n9iol39d 9oiissw
19210191 e
BlobtJO
9fJ 9!
tan
10w gniorasie o"1
ijyf nav letBioc
ioori lebrtoS
[B9Cf
-1182-
TTOTTTM? -
HUISSLAOHIIiTGEN)"
Ten aanzien van dit voorstel deelt de voorzitter op een
desbetreffende vraag van den heer Eland mede, dat het onmoge
lijk was met het huidige personeel deze keuringen te verrichten,
zoodat een tweede hulpkeurmeester moest worden aangesteld.
Men heeft een en ander echter zoo zuinig mogelijk opgezet.
De heer Eland vraagt of er ook controle is, dat er ook
keurloonen betaald worden voor het slachten van varkens, die
zijn aangegeven van V.V.O., waarop de voorzitter bevestigend
antwoord.
De heer Eland vraagt of het niet mogelijk zou zijn geweest
ontheffing te vragen, zoodat de keuringen achterwege konden
blijven. De voorzitter antwoordt hierop, dat men ervan is uit
gegaan de betreffende begrooting sluitend te maken en dat in
verband hiermede geen ontheffing werd gevraagd.
De heer Eeljaars acht een keurloon van 5.= wel wat
hoog, waarop de voorzitter repliceert, dat de raad nu eenmaal
beslist heeft, dat decentraal gekeurd zal worden, zoodat thans
de gevolgen gedragen moeten worden door degenen, die de voor-
deelen genieten.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aangenomen (zie dossier IV.07.35)
VI. HEI VOORSTEL TOI WEIGERING DER GEVRAAG-1
DE MEDEWERKING AAïTTÊT H&TUUinm ITf
WEI 1920 (BOUW TIJDELIJKS PRIVATEN!
Ten aanzien van dit voorstel vraagt de heer Leijs zich af
of de plaatsing van de privaten niet noodzakelijk is, waarop de
voorzitter antwoordt, dat de gemeente niet verplicht is tot
het doen dezer uitgave, Hierop stelt de heer Leijs de vraag of
het schoolbestuur wel draagkrachtig genoeg is deze uitgave
zelf te doen. Volgens de meening van den voorzitter is dit
niet ter beoordeeling van het gemeentebestuur. Het schoolbe
stuur ontvangt bovendien jaarlijksch gelden van de gemeente
voor het doen van uitgaven.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming met algemeene
stemmen overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten (zie dossier -1.851.2/06)
VII. VOORSTE DIEN TOI HET VERIBBNEN DER GE-
ÏÏTVBRSE BIJZONDERS SCHOLEN TE ZBVENBgEr-
GEN,
gHR ONDBRwTOYffiT"! "ggo: f
DER ÏA~