I lflH4laiï&S°kv'B§Sl8it«fibS^Sf8«nS8miïi| WfeSlfgJ ê&%»SrP. umH^Iycokica/Bi ofAwrjfr)' Burgemeester en Wethouders deelen mede,dat krachtens het bepaal de m het 6e lid van artikel 103 der lager Onderwijswet 1920,zoals dit nader werd vastgesteld bij wet van 22 kei 1 937,Staats blad 323,de gemeeal xeraad op verzoek der schoolbesturen en onder voldoende borgstelling een voorschot verleent op de gemeentelijke vergoeding,bedoeld in arti kel 101,5e lid der lager Onderwijswet 1920,bedragende per leerling,het bedrag werd vastgesteld overeenkomstig de artikelen 55 bis of 101,5e lid van genoemde wet en berekend over het getal leerlingen volgens den maatstaf van artikel 28 dier wet over het afgeloopen jaar. Bij besluit van 16 Februari 1946 werd het bedrag bedoeld in artikel 101,5e lid voor het jaar 1946 vastgesteld op: a. f.8.- per leerling voor het bijzonder lager onderwijs en b. f 16.- per leerling voor het bijzonder uitgebreid lager onderwijs. Het aantal leerlingen,berekend volgens evengenoemd artikel 28 der I Lager Onderwijswet,heeft over 1945 bij de: 1. a. ?l.Tg.Jongensschool te Zevenbergen274 b. R.K.Meisjesschool te Zevenbergen32e 1/^3 c. Chr.school voor Lager onderwijs te Zevenbergen232 2/3 d. R.K.Jongensschool te Zevenb.Hoek186 1/3 e. R.K.Meisjesschool te Zevenb.Hoek179 f. R.K.Meisjesschool te Langeweg77 2. Ghr«School voor uitgebreid lager onderwijs106 2/3 3. R.K.School voor uitgebreid lager ondervijs40 Mitsdien stellen zij den Raad voor het voorschot op de ver goed ing, bedoeld in artikel 101,5e lid der Lager Onderwijs wét 1920,voor het jaar 1946,voor de hierna genoemde acholen vast te stellen op de achter ieder hunner vermelde bedragen, t.w. voor de 1.a.R.K.Jongensschool te Zevenbergen op 274 x f 8.- f 2192.- b. R.K. Lie is fles school te Zevenbergen op 328 1/3 x f 8.- f 2626,67 c.Chr.school voor L.O. te Zevenbergen op 232 2/3 x f 8.- f 1861,33 d.R.K.Jongensschool te Zevenb.Hoek op 186 1/3 x f-6.- =fl490,67 e.R.K.Meisjesschool te Zevenb.Hoek op 179 x f 8.- f 1432.-- f.R.K.Meisjesschool te Langeweg op 77 x f 8.- f 616. 2.Ghr.School voor uitgebr.L.O. op 106 2/3 x f 16.- f 1706,72 Volgens de laatste zinsnede van het 6e lid van artl103 der Lager Onderwijswet 1920 moet elke drie maanden telkens 1/4 gedeelte van. het voorschot aan de schoolbesturen worden uitbetaald. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemeene stemmen dien overeenkomstig besloten! zie dossier -1 .851 .07-2J Ol U' XI r HBT VOORSEBL 101 HBT Y32RIB33SB1T VAH BBN VOOR- ->GH0L OP OEMBBKTBlJ JKB VBRGOBLI KG V B333OS LD Burgemeester en Wethouders deeHen mede,dat krachtens het bepaalde in artikel 103,6e lid,der Lager Onderwijswet 1920,zooals dit nader werd vastgesteld bij wet van 22 Mei 1 937,Staatsblad 323,de gemeen teraad op verzoek der schoolbesturen en onder voldoende borgstelling ien voorschot verleent op de gemeentelijke vergoeding,bedoeld in artike 101,5e lid der Lager Onderwijswet 1920,bedragende per leerling het be drag dat werd vastgesteld overeenkomstig de artikelen 55 bis of 101, 5e lid van genoemde wet en berekend ober het getal leerlingen volgens den maatstaf van artikel 28 dier wet over het afgeloopen jaar. Bij besluit van 16 Februari 1946 werd het bedrag bedoeld in artikel 101,5e lid voor het jaar 1946 vastgesteld op: f 10,22 per leerling voor het Bijzonder voortgezet gewoon lager onderwijl Het aantal leerlingen,berekend volgens evengenoemd artikel 28 der Lager Onderwijswetheeft over 1945 bedragen bij de: 1 .a. R.K.Jongensschool te Zevenbergen33 b. R.K.Meisjesschool te Zevenbergen...."27 2/3;

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1946 | | pagina 6