-1143-
Artikel 5
1. De ingevolge deze verordening Verschuldigde a?eehten gelden
worden ingevorderd door den gemeenteontvanger
2. Deze gelden koeten binnen een maand na de dagteekening der
kennisgeving dat zij verschuldigd zijn,worden voldaan ten kan
tore van den gemeente-ontvanger
3. Burgemeester en Wethouders verzenden de kennisgeving in het
vorige lid bedoeld en verstrekken den gemeente-ontvanger een
opgave van de in te vorderen gelden.
Artikel 6
Voor hem die nalaat het overeenkomstig deze verordening ver
schuldigde bedrag te voldoen,vindt de invordering plaats overeen*
komstig het bepaalde in de artt. 291-295 der gemeentewet.
JÖortikel 7
Onjuiste aanslagen worden ambtshalve door Burgemeester en Wet
houders vernietigd of gewijzigd.
Artikel 8
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden on
1 Maart 1946.
Zij kan worden aangehaald als:"Verordening rechten Scabiesbestrii-
ding"J
Aldus vastgesteld door den Raad
der gemeente Zevenbergen in zijne
openbare vergadering van den 8n
Mei 1946.
X. HEI VOORSTEL 101 AFWIJZENDS BESGTTTFT—
aIHS tam j .p.maris .alhier .ok BEN 1E-
GEMQEIKQlgM III DÉ MOSÏEHVAH SOHOOl-
5EZ0EK VM ZLJH aI1D(AR2IKEL ITDÊÏÏ
LAGER OimSRWMSWEf 1§20l
Burgemeester en Wethouders deelen mede,dat blijkens overge
legd schrijven de heer J .P.Maris,wonende te Zevenbergen,Zeven—
bergschen Hoek),wijk E nr,158,een tegemoetkoming ing.art.13 der
Lager Onderwijswet 1920 verzoekt in de kosten van schoolbezoek
van zijn dochtertje Maria Johanna,geboren 15 Juni 1939,dat de
Christelijke school te Zevenbergen bezoekt.
De afstand van de woning naar de Christelijke school te
Zevenbergen bedraagt volgens meting 7720 meter.Het bedoeld kind
reist per trein.De treinkosten bedragen 6,50 per maand.
Hu is er te Moerdijk(gemeente Elundert) een school van ge
lijke richting als die,welke het kind te Zebenbergen bezoekt.
Beide schoolbesturen zijn aangesloten bij de Vereeniging van
Christelijk Hat ionaal Schoolonderwijs.
De afstand naar de laatstbedoelde school bedraagt volgens
meting 3730 meter,alzoo minder dan 4 M.M.,zoodat ing.art.13 eter
Lager Onderwijswet 1920 geen aanspraak op een tegemoetkoming in
de kosten van schoolbezoek kan worden gemaakt.
Zij stellen den Raad in verband met het bovenstaande voor
afwijzend op het verzoek te beschikken en daartoe te besluiten
overeenkomstig overgelegd ontwerp-besluit
De heer Bracke merkt op,dat de heer Maris tengevolge van de oor
logshandelingen aanzienlijke schade heeft geleden en stelt voolb
de vergoeding voor een jaar toe te kennen,waarop de voorzitter
antwoordt,dat dit in verband met de wettelijke bepalingen niet
mogelijk is. Aldus wordt besloten(zie dossier -1.851)