-1124-
l'enslotte wil ik. nog dsnk brengen aan de heeren,die mij
behulpzaam zijn geweest in de verschillende zuiverings-commis-
sies en in de Commissie voor het samenstellen van de kiezers
lijst voor de tijde lijken G-emeenteraad.
Ook .mag ik bij mijn afscheid zeker niet nalaten nogmaals
een woord van dank te richten aan de bewoners van Haassluis,
Ridderkerk,Klaaswaal en Bergschen Hoek.
Ik hoop,dat Zevenbergen spoedig in staat zal zijn op echt
Brabantsche manier te bewijzen dat den band tusschen IToord en
Zuid door deze spontane hulpactie hechter en steviger is ge
worden.
Ik besluit mijn dankwoord net mijn dank uit te spreken
aan de Burgemeesters van Y/est-Brabant voornamelijk aan Burge
meester leijssen uit Oudenbosch,die steeds de stuwende kracht
is geweest bij al onze besprekingen en vergaderingen.
Burgemeester leijssen,ik hoop dat 1 op deze wijze zult
voortgaan en dat IJ in samenwerking met onzen nieuwen Burge
meester nog veel voor het vreselijk geteisterde West—Brabant
zult kunnen bereiken.
In. hiermede, mijne he eren, zijn vrij dan gekomen aan het ee—
nigste punt van de agenda: De Installatie van ónzen nieuwen
Burgeme o ster
Hag ik den Secretaris verzoeken het Koninklijk besluit
betreffende de benoeming te villen voorlezen."
Hierna doet de Secretaris voorlezing van het Koninklijk
Besluit'd.d. 20 Februari 1946,Br.9,waarbij de heer K.E.LI.
Schaminée is benoemd tot Burgemeester van Zevenbergen.
Hierna vervolgt de "Voorzitter:
"Burgemeester Scliaminée
Alvorens ik IJ met het te eken Uwer waardigheid zal
bekleeden,wensch ik nog een enkel woord tot U te zeggen.
Gij staat op net punt de leiding in handen te nemen van
den Gemeente Zevenbergen. Gij hebt onze plaats reeds bezich
tigd en gezien in welke toestand zij verkeert. Slechts één
enkele woning Is onbeschadigd gebleven. Met minder dan 270
gebouwen zijn totaal verwoest,terwijl van de overblijvende er
226 zwaar beschadigd zijn.
Van de weleer zoo welvarende gemeente met haar machtige
suikerindustrie zijn slechts schamele resten overgebleven.
Reeds 16 maanden leeft het overgroote deel der Zeven-
bergsche bevolking op de meest bekrompen wijze. Berwijl boven
dien velen nog treuren om het verlies van bloedverwanten en
vrienden.
Den geheeien oorlog door heeft Zevenbergen het zwaar te
verduren gehad. Reeds den tweeden dag van den oorlog werd
een groot deel onzer plaats door Duitsche bommen vernield.
Steeds hadden wij hier Duitsche troepen,zoodat onze
jeugd zeer langen tijd van onderwijs verstoken was.
Onze gemeente werd tijdens de beruchte Wittkamp—terreur
in een vesting, veranderd.
Dit alles en bovendien ook de schaarste, die hier op alle
gebied nog heerscht is de reden,waarom wij U thans niet op
echt Brabantsche wijze kunnen installeer en, of op zijn Brabant sch Ij
gezegd:"Runnen inhalen".
Gij zijt,wat men hier noemt,een noorderling en ik. weet,
dat in het Boorden de. meening heerscht, dat de Brabanders in
hun gemoetsuitingen uitbundig en luidruchtig zijn. Deze mee
ning is niet altBd risplaatstDe Brabanders houden van vro
lijke feesten en aangewend 'iedere gelegenheid daartoe aan te
grijpen en daarom geloof ik, dat U later,als de omstandigheden
gunstiger zijn, no.g wel eens wat meer van Uw installatie zult
merken'.