- 1062 - Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat krachtens het bepaalde in het zesde lid van art» 103» der -^ager-Onderwijswet 1920 zooals dit nader werd vastgesteld bij wet van 22 Mei 1937,Stbl,323 de gemeenteraad op verzoek der* schoolbesturen en onder voldoende borgstelling een voorschot verleen* op de gemeentelijke vergoeding bedoeld in art. 101, 5e lid der L.O.wet 1920, bedragende per leer! ling, het bedrag dat werd vastgesteld overeenkomstig de artt, 55 bis of 10110, 5e lid van genoemde wet en berekend over het getal leerlingen volgens den maatstaf van art.28 dier wet over het afge- loopen jaar» Bij besluit van 20 December 1940 werd het bedrag bedoeld in art» 101, 5e lid voor het jaar 1941 vastgesteld op: a. 8,- per leerling voor het Bijzonder lager Onderwijs en b» ƒ16,- per leerling voor het Bijzonder Uitgebreid Lager Onderwijs. Het aantal leerlingen, berekend volgens evengenoemd art, 28 der L.O.wet, heeft over 1940 bedragen bij de; 1»a. R.K.Jongensschool te Zevenbergen307. b. R.K.Meisjesschool te Zevenbergen337. c. Chr.School voor Lager Onderwijs te Zevenbergen 219. d. R.K.Jongensschool te Zevenb.Koek, 195. e» R.K.Meis jesschool te zevehb,Hoek181, f. R.K.Meis jesschool te Langeweg 1047$ 2, Chr,School voor Uitgebreid Lager Onderwijs 87/5 Mitsdien stellen zij den Raad voor het voorschot op de 1 vergoeding, bedoeld in art. 101, 5e lid der L.O.wet 1920, voor het jaar 1941, voor de hierna genoemde scholen vast te stellen op de achter ieder hunner vermelde bedragen, t.w. voor de: 1.a.R.K.Jongensschool te Zevenbergen op 307 x 8.-«ƒ2456,— b.R.K.Meisjesschool te Zevenbergen op 337 X 8.-«ƒ2696, Zevenbergen op. 219 x 8.-«ƒ1752,-- d.R.K.Jongensschool te «evenb.Hoek. op. 195 x 8*-«/1560, e.R.K.Meisjesschool te Zevenberg Hoek op 181 x 8.-«ƒ1448, f.R.K.Meisjesschool te langgweg op, 104Ï3 X 8.-«/ 834,67 2. Chr.School voor uitfeebr Lager Onderwijs 87/3 x /16,-«ƒ1397.33 en daartoe te besluiten overeenkomstig overgelegde ontwerpen. Volgens de laatste zinsnede van het 6e lid van art. 103 der L.O.wet 1920 moet elke drie maanden telkens 1/4 gedeelte van het voorschot aan de schoolbesturen worden uitbetaald. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemeene stemmen dien over eenkomstig besloten, (zie dossier -1.851.2/07-2) VII. HET VOORSTEL TOT VASTSSELLING DER BIJDRAGEN DER VERGOEDINGEN EER LEERLING,AIS BEDOBLD IN ART. 101 DER L.Q.YfST 1920 OVER 1937$IBVENS AFREKENING OVER 1937 EN VOORAFGAANDE JAREN). Burgemeester en Wethouders deelen mede dat, nu de ge- me enterekeningen ovgr 1937 door de Gedeputeerde Staten der onder scheidene* provinciën zijn gesleten, het noodzakelijk is over te gaan tot definitieve vaststelling der vergoeding bedoeld in art. 101 de L.O.wèt 1920 (vergoeding per leerling) voor de verschillende scholen in deze gemeente over 1937. Bij deze vaststelling moet tevens plaats hebben de twee- jaarlijksche afrekening over het tijdvak 1936/1937 voor de R.K.Jon gensschool te Zevenbergen en de vier jaarlijksche afrekening over het tijdvak 1934/1937 voor de andere scholen in deze gemeente. c.Chr .School voor Lager Onderwijs te

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1941 | | pagina 4