- 1096 -
behoorend aan publiekrechterlijke lichamen, is^in aansluiting
daarop tot stand gekomen het besluit van den ecretaris-uenera&2
van het epartement van Finantiën d.d. 20 Janüari 1941
(verordeningenblad 18/1941) betreffende bijdragen van het rijk
ten behoeve van den wederopbouw en het herstel van door oorlogs
geweld beschadigde goederen, toebehoorend aan publiekrechtelijke
en daarmede gelijkgestelde lichamen.
De bijdragen welke krachtens dit besluit worden vastgesteld
wijken in zeer belangrijk nadeeligen zin af van die, welke
worden toegekend voor particuliere schaden. In het kort komt de
regeling hierop neer, dat de bijdrage voor de publiekrechterlijke
lichamen wordt gesteld op het bedrag van het schuldrestant, dat
op de vernietigde of waardeloos geworden goederen irukte.
Indien dus voor een object destijds niet geleend werd, of,
indien de geldleening welke voor het object werd aangegaan
(men denke hier bv. aan de Damga-fcsche brug) geheel of voor
een groot gedeelte is afgelost, dan heeft de gemeente geen
of slechts gedeeltelijke aanspraak op een bijdrage in de waarde
vai het vernietigde object. Bovendien worden op de aldus
berekende bijdragen nog verschillende verminderingen toegepast.
Dat zulks voor de gemeente een enorme schadepost kan beteeke-
nen behoeft geen nader betoog.
Hiermede rneenen zij te hebben aangetoond welke groote
finantieele risico's de gemeente met haar bezittingen thans
loopt en het is daarom dat ®ij, na tweemaal een afwijzende
beschikking te hebben ontvangen, eich ten derde male tot den
Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche
Zaken hebbeng ewend met het verzoek om machtiging tet verzeke
ring der gemeente-eigendommen tegen moelst-risico.
Thans ontvangen zij bij schrijven d.d. 30 Juli 1941 G
nr 741 van H.H. Gedeputeerde Staten de mededeeling, d%t er
verder geen bezwaar tegen bestaat indien de gemeente overgaat
tot het afisluiten van een verzekering tegen eorlegsmolest als
aanvulling op de schadevergoedingsregeling, opgenomen in het
"Besluit bijdragen wederopbouw publiekrechtelijke lichamen"
Zij hebben zich derhalve "beraden omtrent de Maatschappij waarbij
de verzekering het best ware te sluiten en zijn tot de conclusie
gekomen, dat daarvoor de meest geëigende is de Wederkeerige
Waarborgmaatschappij "Molestrisico voor g emeenten en andere
publiekrechtelijke lichamen", gevestigd te Amsterdam. Omtrent
de kosten van een en ander mogen zij U verwijzen naar de over
gelegde circulaires der Yereeniging van Bederlandsche uemeenten,
inzonderheid die d.d. 29 April 1941.
Op grond van het bovenstaande geven zij den Raad in over
weging te besluiten tet verzekekring der gemeente-eigendommen
tegen molest-risic® en wel bij de wederkeerige Maatschappij
"Molest-Risico vo r gemeenten en andere publiekrechtelijke
lichamen", gevestigd te Amsterdam.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemeene stemmen d ienover-
eenkomstig besloten (zie dossier -2.07.351.52)