mjïïpgiTM c. krieieh ais m<m aam m
gmmmjics qaSra}&mr.
-1090-
In gdeelteüjk antwoord op hun schrijven d.d. 8 November 1940
nr 2027, waarin zij de Secretaris-Oeneraal van &et "^epartement van
■"andbouw en Visscherij verzochten ontheffing te willen verleenen
tot vaststelling van een verordening betreffende het bewaren enz.
van afvallen van levensmiddelen, deelde de Secretaris-Generaal
van bovengenoemd deprtsment hun mede, dat geen onthffing kan worden
verleend van de verplichting tot inzameling van beenderen, als op
gelegd in het afvallenbesluit 1940 I (zg, huishoudbeenderen
Aangezien nog geen hierop betrekking hebbende verordening is vast
gesteld stellen zij den Raad voor deze alsnog overntaivx eenkomstig
overgelgd ontwerp vast te stellen.-
Met algemeens stemmen wordt de navolgende verordening vastgesteld:
VERORDENING.
betreffende het bewaren en ter beschikking stellen van beenderen,
bedoeld in de afvallenbesluiten 1940 I en II,
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. "huishoudbeenderen": de beenderen,bedoeld in het Afvallenbesluit
1940 I;
2. "slagersbeenderen": de beenderen bedoeld in het Afvallenbesluit
1940 II;
Artikel 2,
1. De bev*aring van huishoudbeenderendie krachtens artikel 2 van
het Afvallenbesluit 1940 I moeten worden bewaard, gesc&iedt afzon
derlijk en zonder vermenging met andere stoffen of voorwerpen.
2.De in het eerste lid bedoelde beenderen moeten afzonderlijk en zon
der vermenging met andere stoffen of voorwerpen op eerste vordering
ter beschikking worden gesteld van de personen of lichamen of
den dienst, door B, en W. voor het inzamelen van deze beenderen
aangewezen.
Artikel 3»
1Hij die slagersbeenderen ter beschikking heeft, moet deze zoo
spoedig mogelijk en zonder vermenging met andere stoffen of voorwer
pen afleveren ter plaatse door B, en W, aangewezen.
2. De verplichting van het eerste lid geldt niet voor hem, die
geregeld slagersbeenderen ter beschikking heeft en bij wien, blij
kens een mededeeling van B, enWdeze heenderen worden afgehaald
door de personen® of lichamen, door B, en II, daarvoor aangewezen;
deze beenderen moeten, wanneer zij vanwege de genoemde personen
of lichamen worden afgehaald, daaraan zonder vermenging met andere
stoffen of voorwerpen op eerste vordering ter beschikking worden
gesteld.
Artikel 4.
Voor de opsporing van de bij het Afvallenbesluit 1940 I en het
Afvallenbesluit 1940 II strafbaar gestelde feiten worden, behal
ve de overigens daarmede belaste ambtenaren, aangewezen de gemeen
teopzichter en diens plaatsvervanger.-
Artikel 5,
Deze verordening treedt in werking op 1 September 1941
VI. HET VOORSTEL TOT VASTE AANSTELLING VAN DEN
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens overgelegd
schrijven van den directeur van de gemeente-gasfabriek te Zeven
bergen d.d. 31 Mei 1941 C. Krielen al eenige jaren werk doet van
een volslagen fitter, terwijl deze kracht in de toekomst onmogelijk
gemist kan worden. Ook is Krielen voor het diploma gasfitter,
welke examens afgenomen worden door de vereeniging van uasfabikante: