gesfc&iedt afzonderlijk en zonder vermenging met andere stoffen
of voorwerpen.
2. De in het 1e, lid bedoelde afvallen van levensmiddelen moeten
afzonderlijk en zonder vermenging met an dere stoffen of voorwerpen
zoo spoedig mogelijk ter beschikking worden gesteld van de personen
of licahmen, die deer b. en w. vour het inzamelen van deze afvaller
zijn aangewezen.
grtYKkl
Artifefel 3,
Hij, die een cadaver van een hond of ka± een kat ter beschikking
heeftj moet dit zoo spoedig mogelijk ter plaatse, door b. en w, daal
voor aaggewezen, afleveren, of, door middel van diensten, lichamen
of personen, door b. en w. voor de inzameling van deze cadavers
aangewezen, doen afleveren,
duikel 4,
Hij, die ofzaiiKK dierlijke afvallen ter beschikking heeft, moet
deze, onverminderd het bepaalde bij of krachtens de Vleeschkeurings
wet, afzonderlijk of onvermengd met anderevoorwerpen ostoffen,
zoo spoedig mogelijk afleveren of doen afleveren,ter plaatse,
door b» en w, daarvoor aangewenen.
Artikel 5»
Voor de opsporing van de bij het Afvallenbesluit 1940 I en van het
Afvallenbesluit 1940 II strafbaar gestelde feiten worden, behalve
de overigens daarmede belaste ambtenaren, aangewezen:
De Geipeente-Opzichter eh diens plaatsvervanger.
Artikel 6.
Deze verordening treedt in werk±ing op 22 November 1940.
V. HEI VOORSTEL TOT AAHVULLIÏJG DER GEMEE1TTELIJKE i
- SöïMraoraïïKIilGXH {KAA5PJBöËm SEfc ÈSSEfcftllïG
Burgemeester en Wethouders dêelen mede, dat uit ovegglegde
aanschrijving v^n Gedeputeerde Staten van oord -Brabantgericht
tot de gameente-besturen in die provincie, blijkt, dat de Regee-
ringscommissaris voor den Wederopbouw streng de hand wil houden
aan de door hem op 21 Augustus 1$40 uitgevaardigde "Maatregelen
ter besparing van bouwmaterialen
Dit heeft ten gevolge, dat menigmaal de bepalingen van gemeentelijke,
verordeningen, welke gebruik van zfekere materialen voorschrijven,
practisch niet kunnen worden nageleefd. Gedeputeerde Staten van
iioord-Rrkbant dringen er daarom op aan in de bouwverordening
de beapling op te nemen, dat Burgemeester en Wethouders bevoegd z
zijn in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verleenen, of an-'
der eischen te stellen.
Teneinde in de toekomst een conflict tusschen de bouwverordening
en de eischen van den Regeeringscommissaris voor den Wederopbouw
te voorkomen, verzieken zij ons te bevorderden dat ten spoe
digste in de gemeentelijke bouwverordening de navolgende bep&iing
worde opgenomen: