- 972 -
naar aanleiding van de uitspraak van den Pensioenraad dd. 16
Augustus 1959# P.Exp.nr. 382J4.7, waarin verklaard wordt, dat
den heer Smits, voornoemd, uit hoofde van ziekten of gebreken
voor de verdere waarneming van zijne betrekking ongeschikt is.
Ben afschrift van deze uitspraak leggen burgemeester en wethou
ders tevens over.
Zij stellen voor het ontslag te verleenen, zooals gevraagd
en daarbij gebruik te maken van het overgelegd ontwerp-besluit
De heer Leijs vraagt of het juist is, sat Smits f 5,Jo
pensioen krijgt. Spr. vreest een fter&aling van het geval Euijpers.
Hij vindt dat bedrag onvoldoende indien er niet wordt bijgesprongen
De voorzitter zegt, dat dit onderwerp niet aan de orden is5
dat kan t.z.t. onder de oogen worden gezien.
Met algemeene stemmen wordt daarna conform het voorstel het
ontslag eervol verleend (zie dossier -2.08).
XVI. RECLAMES HONDENBELASTING. 193.9
Zooals dèfa de overgelegde stukken blijkt verzoekt een
12-bal ingezetenen, aahgesla^en in de hondenbelasting, belasting
jaar 1959, gedeeltelijke ontheffing van bedoelde belasting in
verband met afschaffing hunner honden.
Naar aanleiding van de ingediende adresseb werd door
den controleur der honden-belasting een onderzoek ingesteld. Aan
de hand van de ingekomen rapporten stellen zij voor aan de adres
santen voor een half jaar ontheffing te verleenen, uitgezonderd
aan H.G.Malipaard, E 11 aan wien geen ontheffing kan worden ver
leend, aangezien hij zijn hond nog in het 2e halfjaar in zijfl be-
zit heeft gehad.
De he©£ de Heer zegt, dat het laatste geval slechts over een
termijn van 9 dagen gaat. De voorzitter zegt, dat het au eenmaal
zoo in de verordening staat; ontheffing is dis niet mogelijk.
Z.h.st. wordt daarna besloten cohform het voorstel (zie dos-
8ier-L.7ijfr.58).
XVII. RONDVRAAG.
De voorzitter deelt mede, dat er van den heer v.Unnik
een schriftelijk verzoek is ingekomen om instelling van een com
missie die de mogelijkheid bestudeeren zal of te Zevenbergen een
grond- en bouwbedrijf kan en mi et worden gesticht. De heer v.Unnik
wil zijn verzoek mondeling wel nader toelichten. De voorzitter
verzoekt hem dit thans te willen doen.
De hepr van Unnik zegt, dat de commissie i>p de eerste plaats
zou moeten nagaan of de mogelijkheid van stichting van een grond
en bouwbedrijf bestaat. Indien deze mogelijkheid bestaat, dan zal
da commissie hebben na te gaan, wat daarbij ondergebracht kan wor
den. Spr. denkt hierbij aan de landarbeidersstichting en de belle
wflmingbouwvereenigingen. Daarnaast heeft de commissie na te gaan,
welke voordeelen de gemeente heeft bij de oprichting van zulk een
bedri jf
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders nog geen
gelegenheid hebben gehad deze aangelegenheid te bezien. Hij stelt
voor het stuk naar burgemeester en wethouders te verwijzen en zoo
mogelijk het in de volgende vergadering wederom ter tafel te brengt
voor eventueel aan de wenschen van den heer v.Unnik tegemoet te
komen. Aldus wordt z.h.st. besloten.