866 - gauw zal komlnf6r spre9kt de wenscl1 u" <*«t die tijd king van het^esluiT®lgem®ane stemmen besloten tot intrek king van net besluit van 10 December 1937. (zie dissier -2.08.7^1 SS. VASTSTELLING VOLHAARSKOHIER HONDENBELASTING 1958. en W. Rebben de eer den raad hierbii ter va«!t«*t a1- tot? T°hrn 1egS?zz?et vol^aarsk°hier "Hondenbelasting" 1958, (372 honden)? 15'7»50 (?62 honden), vorig jaar f. 1503,72 1- 71I+ 58 m0t al6emeene simmen vastegsteld (zie dossèer XXII RONDVRAAG. De heer de Jeer vraagt of het nietmogelijk *ou zijn, dat de Raadsstukken twee avonden voor de leden ter inzage liggen, inplaats van een. De voorzitter zegt dat dat toch;fc niet steeds in de avonduren behoeft te gebeuren. De Heer de Heer merkt op dat de leden overdag hun bezigheden hebben. De voorzitter zegt toe het in B. en W. te zullen bespreken. De heer van Unnik merkt op dat het met de nieuwe agent der Arbeidsbemiddeling niet goed gaat, het regent bezwaarschrif ten over de uitkeeringen uit de werkloozenkassen. De agent is veel te formeel. Spreker neemt een geval als vooilieeld: Een jeug dig arbeider is werkzaam te Baast en heeft in Baast zijn kaart laten verlengen, dus niet bij den agent; nu maakt deze bezwaar tegen de uitkeering. Er zijn nog meerdere voorheelden aan te halen. De heer van Unnik zegt dat hij geen voorstander is van dat echte formeele. Hij vraagt zich af of er nu eens niet een wijze gevonden kan worden, waarop de agent eens op de vingers ge tikt kan wórden. Het staat nu zoo dat het kasbestdur de gelden kan terugvorderen, doch het is praktisch onmogelijk. De voor- zittB© merkt op dat de penningmeesters het er naar gemaakt hebber^ dat hier iemand van het Rijksbureau de zaken is komen onderzoeken, en deze persoon heeft hu gebruik gemaakt van den agent. De heer B.W. Ooi jen zegt dat de Rijksinspecteur de in druk heeft gekregen, dat de agent der arbeidsbemiddeling nog al voorbarig was. Anderszijds is hij van oordeel dat een arbeidsbe middelaar niet is aangewezen, om na te gaan in welke organisatie iemand thuis hoort. De voorzitter geeft dit niet direct toe. De heer B.W. Ooi jen zegt dat de organisaties dat onderling moeten uitmaken. De heer van Unnik merkt op dat in elke gemeente B. en W. het orgaan Is, dat er op te letten heeft. De he,r Leijs vraagt naar het resultaat van het onder zoek aangaande de terugkeer der arbeiders uit Duitschland. De voorzitter leest het ontvangen schrijven van Br. Kapman hierom trent voor. De heer van Unnik is van meening dat de arbeiders wel wat voorbarig zijn geweest Volgens spreker, hadden zij de arbeidsbeurs te Oberhausen^ in den arm moeten nemen. De heer Vermeulen vraagt of de boomen aan den Paral lelweg reeds verkocht zijn. De voorzitter licht een en ander nog eens toe voor den heer Vermeulen. Daarna wordt de vergadering gesloten. De gemeenteraad voornoemd, Sw. Jpcretarij^ De Voor^^^^^^

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1938 | | pagina 36