789
2 IJ:
- ->o;
Met aL gemene stemmen wordt daarna overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
™3aK0SIEB ARKr«.tTTCT
Besloten wordt deze aangelegenheid in geheime vergadering te
behandelen.
X RONDVRAAG
Het lid B.W. Ooi jen heeft een en ander gehoord over een
dreigende afhouding van huiéhuren bij gesteunden die achter
staan. Hij vraagt of Burgemeester en Wethouders daarvoor de
bevoegdheid hebben ofdat zij die zich maar aangematigd hebben.
De Voorzitter antwoordt dat in het rapport van den Mi
nister er over geklaagd wordt dat inzake het inhouden van
huishuur te soepel gehandeld wordt. Tot heden was er alleen de
bevoegdheid om de ingehouden huren uit te keeren aan de Bouw-
vereenigingen en de landarbeidersstichting, thans is zulks
tot allen uitgebreid, In het steunbedrag is n.l. een zeker
bedrag begrepen van huishuur zegt men aan het Departement en
daarom werd aan Burgemeester en Wethouders deze bevoegdheid
gegeven. Thans wordt 'verlangd dat de kwitanties der betaalde
huren worden overgelegd. Op het Ministerie werd het besproken
dat het voor Burgemeester en Wethouders heel bezwaarlijk is
om te beoordeelen wat Sis een billijke huur is te beschouwen
en daarna deze aan derden uit te betalen. Burgemeester en
Wethouders worden dan zoowat beschouwd als een huur Commissie
voor tfele huiseigenaren zal het aanleiding geven om de huren
niet meer op te halwn, maar dit Burgemeester en Wethouders te
laten doen; dus worden Burgemeester en Wethouders zoo'n soort
verhuurkantoor. B. en W, zullen dus hebben toe te zien, dat
op ti^jd betaald wordt, terwijl er anders niets zal opzitten
dan maal het huurbedrag in te houden, waarvan dan 100$ aan
den huiseigenaar kan worden uitgekeerd en 50$ in de kas der
Gemeente gestort worden. In ieder geval zijn er bij Burgemees
ter en Wethouders heel groote bezwaren en is het voor hen
ook uiterst moeielijk. De bevoegdheid tot inhouding enuitbeta-
ling aan den eigenaar is neergelegd in den brief van den Minis
ter,
De Heer B.W. Ooijen zegt, dat bij hen die langen tijd
aan den steun zijg. het wel eens kan voorkomen dat ze ern niet
kunnen^/ö komen en dat ze wat achter raken met de huishuur, om
die later als de fabriek werkt weer bij te betalen. Burgemees
ter en Wethouders zouden daarbij moeten letten op het karakter
van den persoon en dan eventueel vrijlaten. De menschen kunnen
onmogelijk steeds van het steunbedrag rondkomen.
De Voorzitter merkt op, dat achterstand niet getoloreerd
kan worden op straffe van inhouding der subsidieWethouder
van de Hoort merkt op, dat van bovenaf B. En W. erop gewezen
worden te slap op te treden terwijl van den anderen kant ge
klaagd wordt dat zij te streng zijn.
De Heer B.W. Ooijen zou de betalingen over een bepaald
tijdvak onder het oog willen doen zien en naar gelang deze re
delijk voldaan zijn een beslissing ofeer êe 41 of niet inhou
ding nemen.
De Voorzitter zegt, dat hi|j iedere uitbetaling de huur-
kwitanties echter vertoond moeten worden.
De Heer B.W. Ooijen vraagt nog of B, en W, het geen
bezwaar achten waaneer de organisaties zich rechtsstreeks tot
den Haag wenden?
De Voorzitter zegt, dat da?r in het gehhel geen bezwaar
tegen bestaat.