3
579 -
altijd worden goedgekeurd; dat daargelaten, meent hi$, dat de
Raad als Raad heeft te oordeelen en te zeggen: Minister U gaat
te ver; z.i. is van de politie al teveel afgegeven; het gezegde
van den heer van 3ck gaat z.i. niet op; velen zijn er die met
anderen willen omruilen; vroeger was het salaris te laag; de
politie moet z.i. boven het publiek staan en zich zelfstandig
kunnen redden; de gemeente heeft den plicht voor die groote ge
zinnen te zorgen en moet goed uitkijken opdat de politie niet
afhankelijk behoeft te zijn. De Voorzitter wijst er op, dat
veel moet worden overgewerkt; hij wil voor overwerk niet bij de
gemeente aankloppen; ze hebben nu 9 uren dienst met een vrijen
Zondag in de maand; daarbij zijn de nachtdiensten zeer uitge
breid. De heer Francis gaat toch met den heer van Eek mee; de
tijdsomstandigheden, zegt spreker, zijn nu eenmaal zoo; de ge
meente zit in financieelen nood; alle beetjes helpen; hij wil
zeker niet boven den Minister uitgaan. De heer Korteweg erkent
dat de Minister voor zeer moeilijke omstandigheden staat, echter
is nog altijd uitgebleven de korting ban boven af; wanneer het
een bemiddelingsvoorstel wis, zooals thans blijkt, kan hij met
B.en W. meegaan, al meent hij, dat het veel te hoog is.
Het voorstel van B.en W., vervolgens in stemming gebracht,
wordt met 7 tegen 5 stemmen aangenomen; tegen stemden de heeren
van Eek, de Heer, Branpois, Smits en Gommers.-
VII HET VOORSTEL TOT HET VERLEENEK VAN EEN AANVULLEND
SUBSIDIE AAN HET BURGERLIJK ARMBESTUUR VOOR l93lT7^~
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens overge
legd adres het burgerlijk armbestuuB dezer gemeente den Raad
verzoekt, alsnog een aanvullend subsidie ad f. 2000.-- over
195^»toe te kennen, een en ander, voor zoover doenlijk, ge
staafd met een financieel overzicht van den stand der kas oo
12 December jl.
Ten einde bedoeld armbestuur niet te belemmeren in de richti-
ge uitvoering zijner taak, stellen zij den Raad voor, het ge
vraagde aanvullend* subsidie ad f. 2000.-- te verleenen.-
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten.-
VIII HET VOORSTEL TOT BENOEMING VAN EEN LID VOOR STEMBU4
RSAU II (VACATURE A.HUITKAR)
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat tengevolge wafa
de ontslagname van den heer A. Hufficar als lid van den Raad, een
vacature is ontstaan als lid van stembureau II.
Zij stellen den Raad voor, in deze vacatur te voorzien door
benoeming van den heer W, Schmitz
Tot stemming overgaande, worden uitgebracht op den heefc
Schmitz 7, op den heer P.Smits 1, op den heer De Heer 1 stem,
1 stem fcjtx* op den heer Zom, terwijl 1 stem blanco werd
uitgebracht en 1 stem van onwaarde bleek te zijn.
De heer Schmitz verklaart desgevraagd, deze benoeming te aan
vaarden.-
IX HET VOORSTEL TOT VASTSTELLING EENER REGELING IN ZAKE
OPKOMST VAN PERSONEEL. DAT LID IS VAN DEN BIJZONDEREN
VRIJWILLIGEN LANDSTORM.-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens overge
legd stuk door de Regeering ié' bepaald, dat rijkspersoneel, het
welk lid is van den bijzonderen vrijwilligen landstorm en dat