561+. - XVI RECLAMES HONDENBELASTING 193lt.- Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens overge- :Qr legde adressen enkele aangeslagenen in do Hondenbelasting, be- ,j>_ lastingjaar 193^4-» gedeeltelijke ontheffing verzoeken van bedoel- e, de belasting in verband met afschaffing Runner honden. t' Haar aanleiding van de ingediende adressen werd een onderzoek ingesteld door de gemeentepolitie. Aan de hand van de ingekomen rapporten stellen zij den Raad voor, afwijzend op de onderschei- dene verzoeken te beschikken.- n Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten (zie dossier -I.71I+.38) XVII HET VOORSTEL IN ZAKE VERHAAL VER PLEEGKO STEN KRANK - ZINNIGE.- Besloten wordt, deze aangelegenheid te behandelen Aa afloop der agenda, in geheim comité.- XVIII RO N D VRAAG.- De Heer van Unnik heeft gezien, dat de Minister de regeling contra-prestatie heeft goedgekeurd en daarbij Vasthoudt aan de 10$; nu zou hij willen verzoeken, er toch vooral op te letten, dat werken, die voor werkverschaffing kunnen worden uitgevoerd, hiervoor niet worden aangewezen. Be Voorzitter merkt op, dat het in de bedoeling l-igt,de verschillende objecten vooraf in den Raad te brengen; voorts is na verzoek verkregen, den gezinstoe- slag er buiten te houden. DenHeer Korteweg is ter oore gekomen,, dat gisteren tegen eenige landbouwers proces-verbaal is opge-^ maakt wegens het hebben van hooi- en stroomijten in de kom; een op een afstand van 1+5 Meter van de straat en toch ook daarvoor proces-verbaal opgemaakt; voorts zijn door wijziging (uitbreidiq^ van de kom enkele landbouwers in moeilijkheden geraakt. De Voor zitter merkt op, dat tijdig gewaarschuwd is; bovendien wordt zulks ook als eisch gesteld door dexiBrand-Assurantie; spreker zal zien wat hij in die zaken kan doen. De Heer Huitkar heeft gezien, dat het ventgerbod scherp is uitgebreid en vraagt of het wel in het belang van de gemeente is. De Voorzitter merkt, dat daardoor velen geweerd worden die men niet wenscht. De Heer Schmitz heeft vernomen, dat den werkloozen een verklaring ter onderteekening wordt voorgelegd voor inzage bij de Bank, en vraagt of dat zoo moet. De Voorzitter antwoordt, dat zulks van hoogerhand wordt opgelegdDe Heer Schmitz heeft iemand gespro ken en is thans tot de conclusie gekomen, dat men hiertoe niet gerechtigd is; het is een schending van het Bankgeheim; boven dien is men niet gerechtigd, die spaarcenten van den kleinen man aan te spreken; hij vindt het onbillijk en hbel onrecht- 11 vaardig; er zijn, zegt spreker, nog wel andere bronnen om aan te boren. De Voorzitter wijst er op, dat tot heden nog geen on- derzoek is ingesteld, maar de Minister wil per se hebben, dat de verklaring get eekend wordt; is er een, waarvan vermoed wordt, I dat hij een groot saldo heeft, dan zal een onderzoek ingesteld worden. De Heer van Unnik gelooft, dat de heer Schmitz het een klein beetje verwart; indien betrokkene er in toestemt kunnen de inlichtingen gegeven worden; de arbeider kan steun krijgen, als hij de verklaring teekenthij is blij, dat hij hoort dat het Gemeentebestuur hier er geen behoefte aan heeft, alleen in enkele gevallen; jammer genoeg zijn er andere gemeenten waar men er blijkbaar wel behoefte aan heeft. v-fv.-v*

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1934 | | pagina 83