G.nr.3i|.8,laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit dd.29 Juni
1934,goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten dd. 18
Juli 1934 Gr.nr.l4.90, te wijzigen als volgt:
Artikel 1
In de eerste alinea van artikel 18 wordt het afschrijvings-
percentage voor machines en toestellen in plaats van op Q% L_
op 5$ bepaald.-
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde wijziging wordt geacht te zijn in
werking getreden op 1 Januari 193I4.-
VIII HET VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAF EEN UITBREIDINGSmd
PLAN EN BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN. ALS BEDOELD ÏN ARTTVer
37 EN 39 PER WONINGWET.-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat in de vergade
ring van 11 Augustus 1933 werd besloten, overeenkomstig arti
kel 36, Ipe lid der Woningwet te bepalen, dat de vaststelling
van een plan van uitbreiding over het deel der gemeente, in
gesloten door de AmeliastraatPrins-Hendrikstraat, den Lange-
weg en de spoorlijn Rotterdam-Roosendaalm, wordt voorbereid.
Intusschen werd het uitbreidingsplan voor genoemd deel der a
gemeente ontwprpen door den Technischen Dienst van het Streek
plan „Midden- en West-Brabant" te Eindhoven. Aangezien zij ziel
met dit plan konden vereenigen werd door den Burgemeester op
13 Augustus jl. overgegaan tot het doen der bij artikel 37,2e
lid der Woningwet gevorderde bekendmaking, dat het ontwerp
van het uitbreidingsplan, in uitvoerige kaarten uitgewerkt,
met de daarop betrekking hebbende bebouwingsvoorschriften,ter
secretarie dezer gemeente voor eenieder ter inzage lag van 16
Augustus1931+ tot 9n m0t 13 September 193^> 011 dat belangheb
benden voor 15 September 193^4- ^un bezwaren tegen het ontwerp
konden inbrengen bij den Gemeenteraad.-
Van deze laatste bevoegdheid is door niemand gebruik gemaakt
Ingevolge evengenoemd 2e lid van art.37 der Woningwet be- t
hoort door den Raad binnen 3 maanden na afloop van den hier
boven genoemden termijn te worden beslist. -
In verband hiermede adviseeren wij den Raad, thans over te
gaan tot vaststelling van het hierbijgvergelegde uitbreidings
plan en van de bebouwingsvoorschriften, bedoeld in art. 39 der
Woningwet-
De Heer Smits vindt het heel mooi, maar eenigszins bedorven
door het reeds gebouwde. De ^urgemeester-Vogelstraat,zegt spre
ker, kan ter plaatse slechts aan een zijde bebouwd worden;
spreker vraagt of de uitwegen geen moeilijkheden zullen ople- 5
veren. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Daarna wordt met
algemeene stemmen besloten overeenkomstig het voorstel van
B.en W. (zie dossier -l.777.8l).-
IX HET VOORSTEL TOT AFWIJZENDE BESCHIKKING OP HET VER-
ZOEK VAN EEN INGEZETENE OM TOEKENNING EENER TEGEMOET
KOMING IN DE KOSTEN, VERBONDEN AAN HET SCHOOLBEZOEK
ZIJNER KINDEREN. ALS BEDOELD IN ART. 13 DER LAGER-ON
DERWIJSWET 1920.- 1
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens overge-s
legde stukken A. Ansems een tegemoetkoming in de kosten van
schoolbezoek te Breda voor zijn zoon verzoekt.
Waar bedoelde leerling reeds op 7 October 1933 den leerplich.
'tigen leeftijd heeft beëindigd, en een tegemoetkoming ingevol
ge artikel 15 der L.O.wet 1920 uitsluitend kan gegeven worden
voor kinderen,vallende in den leerplichtigen leeftijdstellen