559 -
schriften van den Minister, dat het noodzakelijk was dentegen-
woordigen functionaris ter zake hulp te verleenen.
In overleg met den betrokken Minister is door hen als zooda
nig aangewezen de gemeentebode (d.d.Dungen)in afwachting van
een haai ter zake door den Raad vast te stellen belooning.
Aangezien v.d.Dungen zich buiten zijn diensturen als gemeente
bode geheel moet geven aan bedoelde werkzaamheden, komt het
hun billijk voor hem ter zake een belooning toe te kennen van
f. I4.OO-per jaar.
Mitsdien stellen zij den Raad voor, in dien geest te beslui
ten.-
De Heer Schiks meent, bij eenig nadenken, dat de capaciteiten
van Van Baal hoog genoeg kunnen geacht worden om de werkzaam
heden alleen uit te voeren; z.i. zullen, als dat niet kan, de
werkzaamheden ©ver een 2e hulp moeten worden verdeeld; hij
vindt het billijk dat dafa ook het salaris maar gesplitst wordt.
De Heer Schmitz merkt op, dat het Dagelijksch Bestuur niet be
voegd was tot benoeming van den administrateur; toch heeft de
benoeming plaats gehad; hij heeft gezegd,„legt die oproeping
voor aan den raad ook dat isfniet geschied; gezegd werd,dat
de benoemde de persoon was; in een woord, iemand waaraan de ge
heels zaak kon worden toevertrouwd; met het oog daarop acht
hij de handelingen van het Dagelijksch Bestuur zeer twijfelach
tig; als destijds gezegd was, dat een hulp noodig was, had de
Raad heel anders besloten; overigens juicht hij het toe, dat
voor den bode een bestaansmogelijkheid wordt geschapen; hij
gaat met het voorstel van den Heer Schiks mee om die fij.00.
te korten xbx. op het salaris van Van Baal; waar iemand niet de
capaciteiten heeft, behoeft hij ook niet het volle salaris te
hebben. De Voorzitter merkt op, dat het niet kwalijk te nemen
is, dat men zoo spreekt, als men niet weet wat er aan vast zit;l
bij de controle in Juli jl. heeft de Minister aangedrongen op
meer controle buiten de kantooruren; het is met de werkzaamhe
den gesteld zooals in den beginne bij de Distributie; B.en W.
kunnen niet borg blijven, dat er in de toekomst nog geen uit
breiding meer zal noogig blijken, zulks met het oog op zieken
fonds, enz. emz.; na de controle, zegt spreker, is deze uit
breiding noodig gebleken; verlangd kan niet worden, dat de be
trokken ambtenaar steeds maar overwerk maakt; de hulpkracht,
zegt spreker, is noodig gebleken. De Heer van de Noort merkt
op, dat al hetgeen B.en W. zeggen, ten volle tot zijn recht
komt en er geen woord van wordt teruggenomen. De Heer Smits
zegt, dat destijds is gezegd, dat de volle kracht gevergd zou
worden èn de ambtenaar nooit vóór 9 of 1° zou klaar zijn;
daarom is hij tegen de aanstelling van een hulpkracht^ steeds
i§ hij er op tegen geweest de administratie en controle in
een hand te leggen; hij wil dan ook het salaris van f1500.--
intrekken. De Heer van Eek heeft nog gevraagd ^h.oe gebeurt het
op het oogenblik", waarop geantwoord is, dat een afzonderlijk
ambtenaar het gemakkelijk af kon; het valt hem tegen, als hij
ziet hoe hij zelf iederen dag zwaarder wordt belast en dan ook
wel tot 10 uur gewerkt moet worden; hij is er dan ook tegen en
wil een ander salaris nemen voor Jo 2 personen. De Heer van Un-
nik is van oordeel, dat noch B.en W.noch de Raad, in deze
veel te vertellen hebben; vanuit den Haag is opdracht gegeven
uit te zien naar een betere controle; nu zeggen B.en W.dit
lijkt ons een oplossing en de goedkoopste; misschien nog maar
tijdelijk; het lijkt hem sympathiek, dengemeentebode hierin te
betrekken met het oog op diens inkomen; het valt hem daarom
tegen, dat dit voorstel zoo ontvangen wordt; de Raad,zegt spre
ker, geeft zijn vollen persoon; het lijkt hem daarom op zijn
minst genomen, onredelijk, watvhier naar voren wordt gebracht.