VIII BESPREKING- VAN EEN VOORSTEL TOT AANVULLING DER GE-
MEENTELIJKE STEUNREGELING IN VERBAND MET VERHAAL VAN
ZIEKENFONDSPREMIES OP STEUNTRSKKENDEN EN TOT HET VOOR
GEMEENTEREKENING NEMEN VAN EEN GEDEELTE DER PREMIE-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat waar in overgelegi
schrijven van den Minister van Sociale Zaken meermalen gespro
ken wordt „van verschillende gemeentehes turen" het mede hun ge
meentebestuur is geweest, hetwelk drang heeft uitgeoefend bij
voornoemden Minister, om het den werkloozen mogelijk te maken,
lid te worden en te blijven van een ziekenfonds. Reeds eerder
heeft de Voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur met de genees-j,!
heeren, belast met de armehpraktijk, geconfereerd in zake het
geen hunnerzijds gedaan zou kunnen worden om dit te bevorderen.
In beginsel zijn zij bereid een groot gedeelte van hun salaris
terug te storten in de kas van het Burgerlijk Armbestuurwanneer i
dcoif het Arm- of Gome entebes tuur een dwingende bepaling in het
leven werd geroepen, waarbij alle gezinnen, waarvan redelijker- 1
wijze kan worden aangenomen, dat zij zelf niet in staat zijn
de eventueele kosten van operatie en ziekenhuis ver pleging te
betalen, zich verzekeren tegen voornoemde kosten. De besprekin-
gen zijn opgeschorst om de beslissing van den Minister sf te
wachten op het verzoek van het Gemeentebestuur om een toeslag
op de steunregeling te mogen geven ter dekking van de kosten
van verzekering. Aangezien thans de Minister bij zijn schrijven
van 10 Juli de gemeentebesturen geheel met de kosten belast,in- j
dien wordt ingegaan op wat hij noemt, dat wenschelijk is, stel
len zij den Raad voor, Burgemeester en Wethouders te belasten
met het onfiwerpen van een regeling dan wel het Burgerlijk Armbe
stuur te verzoeken, hierin de hand te nemen, zoodat uiterlijk
met 1 Jandaftf 1935 een regeling is tot stand gekomen.-
De Heer van Unnik zegtaf Ak B.en W. dank voor het genomen ini
tiatief; het blijkt, dat het alleen de bedoeling is, voeling te
houden met ,pmstreken van Breda"; het blijkt echter, dat er nog
andere instellingen als zoodanig werkzaam zijn, waarom het goed
zal zijn ook met deze rekening te houden; spreker hoopt, dat,
wanneer de regeling tot stand komt, B.en W. het zelf zullen
doen en dus zooveel mogelijk het Burgerlijk Armbestuur er bui
ten zullen houden. De Heer Schmitz vraagt wat de bedoeling is
van „gedeeltelijke premie"; hij vraagt of dan ook nog een ge
deelte van den steun wordt afgetrokken. De Voorzitter antwoordt;';,
dat zulks er aan ligt; de doktoren dragen een gedeelte en de
gemeente een gedeelte. De Heer Schmitz geeft ter overweging, aan
den thans verlaagden steun niet meer te torwnen. De Voorzitter
merkt op, dat men zich daaraan moeilijk tevoren kan vastleggen; in
denk slechts aan de bijverdiensten, zegt spreker. De heer yan
Unnik meent, dat zulks de zaak vooruitloopen is; straks wil hij;
het zijne er ook nog wel van zeggen. De Heer Huitkar meent,dat
de ziekenfondsen ook wel een reductie kunnen verleenen. De Heer
Schiks meent gelezen te hebben dat het niet van den steun mag
worden afgehouden. De Heer van Unnik merkt op, dat alleen ge
zegd wordt, dat het niet mag gekortwworden.
Daarna wordt B.en W. opgedragen, te dezer zake een ontwerp
regeling samen te stellen.-
IX HET VOORSTEL TOT TOEKENNING EENER BELOONING AAN DEN j
SEMEENTEBODE TER ZAKE WERKZAAMHEDEN STEUNREGELING,ENZ.-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat de werkzaamheden
aan de steunverleening, werkverschaffing enz. zich den laatsten
tijd dermate hebben uitgebreid, tengevolge van nadere voor-