HM $(0 de accountant heeft blijkbaar geen voldoende studie gemaakt van wetten en verordeningen; spreker acht het laten circuleeren be zwaarlijk, daar het te veel tijd kost, evenzoo het xsmaken van afschriften. De Heer van Eek merkt op, dat er veel belang ia ge steld wordt; beter ware het z.i. geweest, als zoo iets voornaams op de agenda stond, dat dan tevoren gewaarschuwd was; alleen de R.K. fractie heeft het blijkbaar wel geweten, zegt spreker; hij wil dan alsnog een doorslag van het tegenrapport verzoeken. - De Voorzitter qjeent, dat men daaraan niets heeft; hij wijst er op, dat de agenda zeer vroeg (5 Maart) is uitgegaan, met als eerste punt de onderhavige aangelegenheid; indien men de stukken laat circulaeren, zegt spreker, weet men niet waar deze blijven. De Heer van Eek meent, dat de R.K. fractie op de hoogte is gesteld en zij er buiten zijn gehouden; hij heeft uur tijd gehad om zich in te werken. De Heer Huitkar heeft de bescheiden ook gele zen, maar moet eerlijk zeggen, dat hij er niet veel van terug kan vertellen; wanneer het een uitvloeisel zou zijn tot verwijde ring, zegt spreker, dan geeft hij de verzekering, dat de Protes tanten zullen medewerken om dat den kop in te drukken. De Voor zitter wijst er op, dat hij de stukken nog van een inhoudsopgave voorzien heeft; er is alles gedaan wat er aan gadaan kon worden; waar de niet-Katholiekexinstellingen, zegt spreker, niet worden aangevallen, zal het voor de niet-Katholieken niet moeilijk zijn zich met het antwoord accoord te verklaren. De Heer van Eek wil juist weten waarom de niet-Katholieken niet en de anderen wel worden aangevallen. De Heer Schiks moet bekennen dat hij het met den heer van Eek eens is; alhoewel zelf leek op dit gebied,het schijnt, zegt spreker, dat er bij de accountants iets bestaat om het openbaar onderwijs boven het Christelijk te plaatsgnj hij, is daarom voor uitstel voor een zaak van zoo groot principieel belang. De Heer Schmitz merkt op, dat het hem gefrappeerd heeft, dat de heer van Unnik die conclusies kon trekken; hij moet het dus reeds eerder gezien hebben; spreker heeft geen gelegenheid gehad er werkelijk studie van te maken en stelt daarom voorde zaak aan te houden ter nadere bestudeering. De Voorzitter vraagt; of rtl de Heeren er de portee van voelen, dat ze het niet bestu deerd hebben; een aparte vergadering brengt weer kosten mede, zegt spreker; met uitzondering van den heer van Eek hebben de Heeren toch zoo wat allen tijd in overvloed te hunner beschikkiig spreker acht daarom uitstel nietv verantwoord. De Heer Schmitz wil dan het presentiegeld laten vallen. De Heer van ück vraagt of de voorzitter het zelf ook niet veel prettiger vindt dat dan ook de niet-Katholieken er hun stem aan kunnen geven. Na nog eenige dircussie wordt besloten deze aangelegenheid in eene vervolgvergadering, te houden op a.s. Dinddag om 2j% uur (zonder presentiegeld) af te handelen. De Heer van Unnik vraagt hierna het woord en spreekt ongeveer als volgt; Mijnheer de Voorzitter, Naar aanleiding van de opmerking, gemaakt in het rapport, oe- treffende de steunverlaging in verband met de loonsverlaging der ambtenaren van 10ben ik van oordeel, dat zulks ten onrechte wordt uitgespeeld, omdat als de ambtenaren 10% verdaging krij gen, hetgeen mijns inziens de bedoeling is van den ambtenaar, dat dan toch de oude steunregeling niet hersteld zal worden,om dat door de steunverlaging niet alleen gild de financieels toe stand der gemeente, doch ook het verschil tusschen hetioondat door de arbeiders werd verdiend en het steunbedrag dat werd uit-, gekeerd te klein was. Ik mag toch aannemen, dat zulks door derJ ambtenaar ook bekend en dan schiet er voor mij niets anders over dan dat de bedoeling was van den ambtenaar om de 10% verlaging voor de ambtenaren tegenover de steun uit te i*ull°n mogelijk te maken,dat de ambtenaren zeker die verlaging zullen krijgen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1934 | | pagina 18