h9k Mjr
1 ?W^~
fel
De Heer van Unnik deelt als voorzitter mede, dat deze aange
legenheid in haar geheel btekeken is, n.l. of die woning daar
voor gebouwd kan worden. De Heer Smits zegt, dat er ook een
gebouwd is onder dezelfde bepalingen waarvoor de bewoner ook
niet aan zijn verplibhtingen kon voldoen. De Heer van de Hoort
vindt dien dijkgrond ook te duur. De Heer Korteweg merkt op,
dat bij den Staat wel goedkooper dijkgrond wordt verkocht; bo
vendien, zegt spreker, zou een eventueel leeg komende woning
van de stichting, kunnen worden aangewezen. Da Voorzitter merkt
op, dat, voor wat den grond betreft, ook de Inspecteur van de
Grondbelasting er nog over gehoord wordt. De Heer Huitkar blijft
er bij, dat de grond te duur is. Besloten wordt, daarop, den
Inspecteur hierop opmerkzaam te maken.
Met algemeene stemmen wordt vervolgens het navolgende besluit
genomen: (zie dossier -1.837«^-1) •-
SUPPLETOIR
XVII VASTSTELLING 2 e OH IER HONDENBELASTING
Burgemeester en Wethouders èbellen den Raad voor, over te
gaan tot vaststelling van overgelegd 2e suppletoir kohier Hon
denbelasting 1955--
Wordt met algemeene stemmen vastgesteld.-(zie dossier
-a.7ll|..38)
XVIII VASTSTELLING 2e NAVORDERINGSKOHIER HONDENBELASTING
Burgemeester en Wethouders ètellen den raad voor, over te
gaan tot vaststelling van overgelegd 2e navorderingskohier
Hondenbelasting 1933•-
Wordt metvalgemeene stemmen vastgesteldzie dossier -l.7tf4-.38)
XIX RECLAMES HONDENBELASTING 1933 -
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat, zooals den Raad
uit overgelegde stukken kan blijken, door diverse aangeslagenen
wordt gereclameerd tegen hun aanslag in de hondenbelasting over
1933.-
Zij stellen den raad voor, te besluiten zooals op de adviezen
na verhoor der politie, is aangegeven.-
Aldus wordt besloten, (zie dossier -l.7iil-.38)
XX R 0 N D V R A A 0.-
De Heer Schmitz informeert over het nader onderzoek van het
geval Hondenbelasting aan den ^oogen Dijk. De "oorzitter zegt,
geen nader onderzoek noodig te achten; hij heeft het rapport
nog eens nagezien en achtte zulks niet noodig. De Heer Schmitz
zegt", dat hij niet voor dien persoon spreekt, maar hij zou niet
graag zien, dat door een fout van de Politie schade werd gele
den; hij wijst er op, dat Haanskorf een schriftelijke verklaring
heeft overgelegd. De Voorzitter antwoordt, dat daartegenover
staat, een ambtseedig rapport, hetgeen fcij hooger aanslaat;
hij heeft geen behoefte de zaak terug te nemen, waar z.i. de
belasting rechtmatig is opgelegd. De Heer Schmitz merkt op,dat
er daarenboven nog een verklaring is van den controleur; op
grond van een en ander zag hij toch gaarne nog eens eerf nader
onderzoek. Dit voorstel wordt echter door geen der leden onder
steund. De Heer Smits acht het wenschelijk, stappen te doen
voor beschikbaarstelling bouwterrein, waar het terrein rond het