nHMM 1^2 - De Raad der gemeente Zevenbergen; BESLUIT het getal opcenten, bedoeld In het eerste lid van artikel 2 der^0n_ verordening op de heffing van opcenten op de gemeentefonds'be- P lasting in deze gemeente, voor het belastingjaar 1935 te bepa- en» len op 100.- ©n De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening van ij. ad December 1931-- a^e De- IX VASTSTELLING GEMBENTEfoEGROOTING, BEGROOTING BURGERLIJK920 ARMBESTUUR, GASFABRIEK EN VEE- EK VLEESCHKEURINGSDIEKST VOOR HET DIENSTJAAR"19314^ 3r~ len Burgemeester en Wethouders aLss hebben de eer, den Raad ter Mij- vaststelling aan te bieden, de in de jongste vergadering aange-miS boden begrooting voor het dienstjaar I95q, met de begrootingen van het gasbedrijf en den vee- en vleeschkeuringsdienstzoome-;& de ter goedkeuring de begrooting van het burgerlijk armbestuur ee-l voor dat dienst jaar.- De Voorzitter merkt op, dat de begrooting^zoo laat is toege- zonden in verband met het onderzoek door de Rijksaccountants. Alvorens tot behandeling der begrooting over te gaan, geeft hjE±fc hij het volgende exposee: Alvorens den raad in de gelegenheid te stellen, om, desver- langdalgemeene beschouwingen te houden, wil ik U een en ander mededeelen omtrent de financieele positie dezer gemeente, op kBj_ het oogenblik. Het zal den Raad wellicht bekend zijn, dat de gemeente een beroep heeft moeten doen op de Regeering voor onderstand, en x wel hierom, omdat ten eerste de gemeente-rekening 1932 sloot >n® met een te kort van f1+5000.--, hetwel£,is ontstaan doordat j het Burgerlijk Armbestuur f10000.-- meer kostte dan was ge- c- raamd; de ingevolge het Werkloosheidsbesluit 1917 yerschuldig- n(^ de subsidie beliep voor deze gemeente f. 1+000.-- meer dan hier-r voor was uitgetrokken, terwijl ten slotte voor werkloozensteun f méér werd uitgegeven een bedrag van iS. 31000.--. e Aangezie# op deze begrooting, die wij thans voor ons hebben, en niets kan worden geraamd - omdat daarvoor geen dekking is te n vinden - voor werkverschaffing en steunverleening, welk bedrag naar den voor 193^ geldenden maatstafingevolge aanschrijving van den Minister van Sociale Zaken, Binnenlandsche Zaken en 3n Financiën, (welke maatstaf aangeeft 1^.6/75 van het bedrag,het welk in 1933 door het Rijk in die kosten aan de gemeenten is 1 vergoed, wordt thans gerekend op een bedrag adzf 7 van het Rijk te ontvangen. Daarom wordt thans door den Rijks accountantsdienst hier, ten kantore, een breedvoerig onderzoek ingesteld, naar de noodzakelijkheid van uitgaven, zooals wij die op de begrooting, na deze vergadering, zullen zien voorko men. In verband mot een en ander zal ik een artikeltje voorlezen uit het weekblad „de Ri$. Gemeente" van 16 Nov. 1933getiteld: „Naar den afgrond", waarin wordt uiteengezet, dat met zulke 3 enorme uitgaven voor steunverleening, werkverschaffing,armen zorg, welke uitgaven uit den gewonen dienst moeten worden be streden, (nadat de Rijksbijdrage voor 193I+ tot 1+6/75 is ver- laagdhet niet alleen deze gemeente zal zijn, die niet op ei gen middelen verder kan, maar binnen zeer afzienbaren tijd tal loos veel gemeenten in dezelfde omstandigheden zullen komen te verkeeren. Wanneer dan de Raad aanstonds in de gelegenheid wordt gesteld om de bedragen, als door B.en W. voorgesteld (en gekort waar

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1933 | | pagina 97