- 1+67 -
begrooting ifcaremkeuringsdienst 193^+- De Heer Korteweg zegt,dat
het hem verwondert, dat de salarissen zoo hoog zijn gebleven, h-
waar toch indertijd was gezegd, dat bezuinigd zou worden# hij
vindt, dat bij dezen dienst weinig sprake is van versobering.
De Voorzitter zal een en ander in de eerstvolgende vergadering
te Breda, ter sprake brengen.-
Voorstel B.en W.: de stukken sub a tot en met k voor kennis- 1
geving aan te nemen.-
Aldus wordfc besloten.-
aa Van Ned. Bond van arbeiders in het landbouwbedrijf dd. No
vember 1933, houdendé verzoek, aan de leden der bonden een zoo-
danigen bijslag te verstrekken, dat in elk geval kasuitkeering I
en bijslag tezamen gelijk is aan het bedrag in de steunregeling, J-
inclusief gezinsleden en woninghuurtoeslag, vastgesteld voor
trekgerechtigde leden,en aan de trekkende leden hunner organi
satie een wekelijkschen brandstoffenbijslag te verstrekken.
Voorstel B.en W.hetv verzoek in te willigen, indien in de
kosten daaruit voortspruitende, het gewone rijkssubsidie wordt
verleend .-
De Heer van Unnik voelt de moeilijkheid om de kosten voor ei
gen rekening te nemen; van den anderen kant is het een moeilijke
situatie; de Minister zegt: de Gemeente kan het doen; het is een^
gekaats den een tegen den ander; de georganiseerden worden de
dupe; de Minister zegt: kom niet om subsidie; met de Kerstgave
is het weer hetzelfde; subsidie wordt alleen verleend voor uit-
getrokkenen of de werkverschaffing; men kan niet verwachten,dat
de arbeider, die in xx plaats van met f. 12.--, giet f. 8.
thuis komt, voldoende voor zelfhulp zal voelen,en zal zeggen: g
ik blijf verzekerd; spreker zou graag zien, dat deze personen
desondanks door de gemeente worden bijgestaan. De Heer Korteweg
merkt op, dat men den Heer van Unnik dankbaar kan zijn, dat hij
de moeilijke toestanden èn voor het Rijk, en voor de Gemeente j
geschetst heeft; maar hij vraagt zich af, wat is het verschil
tusschen georganiseerden en ongeorganiseerden. De Voorzitter
licht toe, hóe niet-georganiseerden hetzelfde bedrag blijven^
doortrekken. De Heer Korteweg merkt op, dat daartegenover bij i
georganiseerden meerderen uit een gezin kunnen trekken,terwijl i
bij de steun slechts één persoon in aanmerking komt. De Heer
van Unnik wijst er op, dat zulks practisch niet voorkomt,aange
zien in dergelijke gevallen allicht een man werk heeft. De Voor-ii
zitter wijst er óp, dat de gemeente destijds verplicht heeft,
voor zelf-hulp te zorgen; het is nu een questie van oplossing
van het geval; wanneer^de gemeente zich veilig kanstellen voor
wat betreft de financiën, dan is ar alles voor; hij zegt, dat
de Raad onder die voorwaarde zou kunnen besluiten. De Heer van
Unnik vraagt, om vanwege het Gemeentebestuur nog eens een po
ging te wagen, en lukt zulks niet, dan nog eens probeeren boor
wat den kolentoeslag en de Kerstgave betreft, en zoo de Minis
ter hiervoor hiet te vinden is, zag hij graag, dat het Gemeen-jJ
tebestuur eens naging of de Gemeente niet het een of het ander j
kan doen. De Voorzitter wil deze aangelegenheid wel eens in den fc
Haag gaan bespreken, maar vreest, dat men daar zal zeggen,dat
de uitkeeringen te hoog zijn. De Heer van Eek vraagt of het niet
mogelijk is, dat de werkloozenkassen eens een extra-uitkeering
doen, waar toch de menschen het geheele jaar door betalen. De
Heer van Unnik wijst er op, dat de werkloozenkassen reeds ddy/o
subsidie van Rijk en Gemeente krijgen, terwijl op het moment
nog niet zeker is, of wel aan de reglementaire verplichtingen
zal kunnen worden voldaan; heeft de Heer van Eek de Bondskas op