- 1+63 - XVI VASTSTELLING 2e SUPPLETOIR KOHIER HONDENBELASTING 1933.- Burgemeester en Wethouders hebben de eer, den'Raad aan te bieden, het 2e suppletoir kohier der Hondenbelasting over 1933 •- Zij stellen den Raad voor, tot vaststelling daarvan tot een tofeaa taal bedrag van f. 177.50 over te gaan.- Wordt met algemeene stemmen vastgesteld.- XVII VASTSTELLING le NAVORDERINGSKOHIER HONDENBELASTING 1955» Burgemeester en Wethouders hebben de eer, den Raad aan te bieden, het le navorderingskohier der Hondenbelasting 1933 -- Zij stellen den Raad voor, tot vaststelling daarvan, tot een to% taal bedrag van f. 35«,over te gaan.- Wordt met algemeene stemmen vastgesteld.- Besloten wordt, agenda no. XVIII(verhaal verpleegkosten armlas tige krankzinnigen) te behandelen na afloop der agenda, in geheime vergadering.- X3X R 0 N D V RAAG.- De Voorzitter deelt mede, dat van den Heer Schmitz een 3-tal brieven zijn ingekomen; op de eerste plaats vraagt hij Inzage van een brief van B.en W. aan den Minister in zake verlaging steun werkloozen. De Heer Schmitz had verwacht, dat eerlijkheidshalve gezegd "zou zijn, dat tegen inzage geen bezwaar was; voorts acht hij het weigerend antwoord in strijd met de Gemeentewet; het is hier een zaak van algemeen belang; daarom zou spreker wenschen, dat de brief ter inzage werd verstrekt. De Voorzitter vraagt of het de be doeling is. in openbare vergadering". De Heer Schmitz wil zulks aan de welwillendheid van den Voorzitter overlaten. De Voorzitter merkt op, dat? indien elk Raadslid de brieven van B.en W. ter inzage zou willen hebben, de Raadsleden dan wel heele dagen op de Secretarie zouden moeten doorbrengen; het stuk, zegt spreker, ging over be sluiten van den Raad, genomen in geheime vergadering, zoodat, als BTëh W. dien brief zouden prijsgeven, daaraan publiciteit zou ge geven worden, en dat kan de bedoeling van den Raad niet zijn; bo vendien, wat heeft de Heer Schmitz aan een brief van 2 maanden oud. De Heer Schmitz merkt op, dat de Minister zelf schrijft, dat hij slechts na ernstige overweging tot verlagipg overging, waarom spre ker veronderstelt, dat het in den bewusten brief te zwaar is voor-J gesteld. De Voorzitter merkt op, dat een lid dan Raad niet vormt; wenscht de Raad echter overlegging, hem best. De Heer Schmitz^zegtals een gezond standpunt is ingenomen, er tegen open legging der kaart geen bezwaar kan zijn, zooals de Raad in meerder heid wil. Dei Voorzitter vindt het goed, mits in geheime vargade- ring. Aldus wordt besloten. Voor wat betreft den 2n brief, in zake huurcömmissie, wil de Heer"Schmitz aandrang bij den Minister uit oefenen, van den Raad uitgaande, aangezien de huren niet meer in overeenstemming zijn met den steun, welke hier verstrekt wordt/ De Voorzitter vindt het verstandiger, af te wachten, wat het Riyk in deze zal doen; er wordt aan gewerkt, zegt spreker. De Heer Schmitz merkt op, dat zijn schrijven van een maand terug dagtee- kent; toch vindt hij het echter wel goed, toch eens aandrang op de Regeering uit te oefenen. De Voorzitter wijst er dip, dat practiisch het antwoord van den Minister reeds bekend is. De Heer van Unnik is niAet tegen een Huurcommissie; maar de Heer Schmitz moet het niet voorstellen of het juist voor de steuntrekkenden van zoo'n belang zou zijn; die menschen, zegt spreker, wonen niet in de

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1933 | | pagina 88