- 1+59 - yï'.n.rII k— tract in zake vervoer kinderen par autobus voorloopig te bestendi gen, in afwachting van een beslissing van dan Raad. Aangezien de kosten van vervoer per autobus f. I4..-- per dag be dragen, terwijl bij toekenning eener tegemoetkoming per leerling in de kosten van schoolbezoek ad 1 cent per E.M., deze bedragen f£. 2.10 per dag, vermeenen zij, den Raad niet te mpeten voorstel- len, thans definitief het contract vervoer autobus te bestendigen, zooals aanvankelijk de bedoeling was. Ten einde te voorkomen, dat de betrokken ouders plotseling in moeilijkheden zullen geraken, vooral met het oofe op het jaarge tijde, mede om hen in de gelegenheid te stellen, met den autobus ondernemer M.J.Tigchelaar te onderhandelen, omtrent het al aan aoia niet voortzetten der bestaande regeling op eigen kosten, achten zij het gewenscht, het loopend contract tot aanstaand voorjaar te verlengen. Resumeerende stellen zij tooor a het contract met den autobusondernemer M.J.Tigchelaar alhier, Tn zake het vervoer van schoolgaande kinderen, uiterlijk met in gang van 1 Maart 191I4. op te zeggen; b te besluiten aan de ouders of verzorgers van in den leerplich tigen leeftijd vallende kinderen, die van de regeling, zooals die thans bestaan, gebruik maken (op bijlagen dezes aangeduid) met in- gang van den dag van opzegging van bedoeld contract, eene tegemoet-) koming toe te kennen in de kosten, verbonden aan het schoolbezoek hunner kinderen, van ÉÉN CENT PER KILOMETER, onverschillig of de school te voet, per rijwiel of op eenige andere wijze wordt be zocht. Dit laatste op grond van het feit, dat mag worden aangeno men, dat in de huidige tijdsomstandigheden het bezoeken der school per rijwiel geen hoogere kosten oplevert, dan het schoolgaan te voet.- De Heer van Eek vindt het eigenlijk niet in den haak; eerst wordt de school ontnomen; nu de bus; hij acht het daarom gewenscht. met de ouders overleg te plegen. De Voorzitter wijst er op, dat de autobus onverplicht in werking is gesteld; na het decreet van den Minister, zegt spreker, zou de school te Zevenb. Hoek op de eerste plaats voor opheffing in aanmerking gekomen zijn; hij ziet niet in waarom dw&ng voor opheffing zou moeten worden afgewacht; in dat geval zou men waarschijnlijk deze onverplichte uitgaven niet doen; het zal spreker niet verwonderen, dat de Minister be zwaar maakt tegen deze uitgaven als zijnde onverplicht; spreker wil de ouders met elkaar overleg laten plegen voor het vervoer per autobus buiten het gemeentebestuur om. De Heer ïïuitkar wil aan de Regeering vragen of er bezwaar is, met die autobus door te gaan; hij vraagt zich af, hoe het toch met de kinderen moet gaan met het oog op de slechte wegen; voor kinderen van 5 - 7 zegt spreker, is het vrijwel ondoenlijk, de school te voet te oe- zoeken. De Voorzitter wijst er op, dat er nu wordt geschermd dat ze bijzonder onderwijs moeten hebben, terwijl bij de opheffing^ per se openbaar onderwijs gewenscht werd, en dat was in het naoije Moerdijk te vinden. De heer Huitkar merkt op, dat de ouders schrik hadden, hun kinderen naar Moerdijk te zenden, met het oog op neï drukke verkeer op den Rijksweg. De Heer van Eek wijsteer op, dat het te begrijpen is, dat destijds op openbaar onderwijs werd aan gedrongen, daar, indien men bijzonder onderwijs wenschte, de school natuurlijk direct zou zijn opgeheven; hij vermeent, dat I j ieder geval de gemeente de leiding voor het vervoer moet nemen. De Voorzitter vraagt of het de Raad vermeent, dat het op den weg van het gemeentebestuur ligt, voor het vervoer zorg te dragen, ja, dan neen. Hierop wordt ontkennend geantwoord.- De Heer Nollen merkt op, dat..op 't oogenblik een wege het Rijk naar den financieelen toestand der gemeente gaande

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1933 | | pagina 84