m -
W'r
Overeenkomstig de bepalingen der Gemeentewet noodigen zij den
Raad uit, zijn oordeel daaromtrent te doen task kennen.-
De Voorzitter zegt, dat B.en aan eene verlaging adhaesie
kunnen betuigen; zij vermeenen echter, dat eene verlaging van 50
te ingrijpend is, gezien de werkzaamheden. De Heer van de Hoort
merkt op, dat de Voorzitter niet namens hem spreekt; het is mis
schien onpleizierig voor den secretaris, maar hij vindt het niets
ongehoords; GedStaten zijn nooit op voorstellen om verlaging
ingegaan; nu stellen ze zelf voor te bezuinigen en zou het incon
sequent zijn indien iusfc dit niet met beide handen werd aangegre
pen; de secretaris, zegt spreker, houdt toch nog een salaris over
om als heer te kunnen leven. De Heer Schmitz vindt het een raad
sel om op de helft terug te brengen; dan is het z.i. nooit goed
geweest; de ambtenaar is voor zijn werkzaamheden gerechtelijk
aansprakelijk; hij wil het salaris daarom reduceeren tot 25$;
50# lijkt hem toch wel wat gek; hij wil het aldus Ged. Staten in
overweging geven. De Heer Korteweg vindt 50$ toch ook wel een
groots verlaging; men zou haast zeggen, dat er iets onbillijks in
zit; bij de jongste voorstellen om 5$ te verlagen is gezegd,laat
het ons maar van hoogerhand decreteeren; daarom wil hij het nu
maar accepteeren. De Heer van Unnik vindt eene verlaging van 50$
van geweldige beteekenis; hij acht het beter, zich uit te spreken:
met 25$ genoegen te nemen; hij wil het zielenaantal doortrekken
tot 10001. Het voorstel Schmitz, ondersteund door den Heer van
Unnik, vervolgens dn stemming gebracht, wordt met 6 tegen 5 stem
men aangenomen; tegen stemden de Heeremvan de Noort, Smits,
Pranyois, Huitkar en Korteweg.-
Alvorens dë Rondvraag te behandelen, deelt de Voorzitter mede,
dat B.en W. ingevolge de wet van ij. Augustus 1933, Stbl.lj.llj.,lui
dende: „1. De afstand van Ij. K.M., genoemd in art. 15 der Lager
Onderwijswet 1920, wordt gesteld op 5 K.M.; 2 Besluiten waarbij
vergoedingen, als bedoeld in het eerste lid vermelde artikel,
zijn toegekend ten behoeve van kinderen, wier woningen minder
dan 5 KjM. verwijderd zijn van de door hen bezochte school, ver
vallen éen maand na het in werking treden van deze wet, tenzij
een ter uitvoering daarvan met den eigenaar of den exploitant
van een vervoermiddel gesloten overeenkomst op een lateren datum
vervalt, of eerst tegen een lateren datum kan worden opgezegd",
voorstellen, de overeenkomst met de firma Tigchelaar in zake ver
voer kinderen per autobus (aangegaan tot wederopzegging), met in
gang van 18 dezer op te zeggen en aan de daarvoor alsnog in aan
merking komende kinderen (volgens overgelegde lijst) vanaf dien
datum eene tegemoetkoming toe te kennen van 1 cent per K.M.,
onverschillig of de school te voet, per rijwiel of op andere wij
ze wordt bezocht, daarbij in overweging nemende, dat het bezoek
van een school per rijwiel in de huidige tijdsomstandigheden
niet duurder is dan het bezoeken van een school te voet. De Heer
Huitkar wil liever wachten om eerst te weten hoeveel kinderen er
zijn. De Voorzitter wijst er op, dat het de questie is of de
draagkracht van de gemeente het toelaat; vroeger, zegt spreker,
is er eenige compensatie gebruikt; thans zou echter de school
toch opgeheven moeten worden, zoodat de zaak nu eenigszins anders
staat. De Heer L-orteweg vraagt of het voorheen meer gekost heefts^
dan 1 cent per K.M. De Voorzitter antwoordt ontkennend; toen wa
ren er niet zooveel kinderen, zegt spreker.
Vervolgens wordt met algemeene stemmen besloten overeenkomstig
het voorstel van B.en W.alsmede dit college te machtigen, dit
contract van week tot week te verlehgen, als zulks niet in het
nadeel der gemeente is. De Heer Huitkar meent, dat het voor kin
deren, die meer dan 5 K.M. van de school wonen, in de winter-