De Heer Korteweg meent, dat "bij de bezwaarden toch steeds zal
blijven gelden, dat de biljart niet opbrengt in verhouding tot
de belasting. De Voorzitter merkt op, dat men zich, indien het
een te zware halsketting wordt, daarvan kan ontdoen. Het gaat
hier, zegt spreker, om afgescheiden van de biljarten eenige ver
lichting te gevend het volgend jaar kan men dan weer zien. De
Heer Korteweg vraagt, of dit voorstel het gunstigst is voor de
gemeente. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De Heer Huitkar
vraagt, of het dan niet beter was geweest, destijds het verzoek
in te willigen, waar nu de gemeente dubbel getroffen wordt. De
Voorzitter wijst er op, dat destijds deze mogelijkheid nog biet
bekend was. De Heer Francis vraagt of andere gemeenten die aixx,
aldus besluiten, er ook harfi voor zitten, evenals Zevenbergen;
hij veronderstelt, dat Zevenbergen het diepst gezonken is. De
Voorzitter merkt op, dëtt crisis-lasten nooit zijn te voorzien?
als het nog erger wordt in de industrie en den landbouw, zal de
Regeering moeten bijspringen; er wordt, zegt spreker, aan ge
werkt om de crisis-lasten Rijkslasten te maken.
Het voorstel Schmitz om het adres in te willigen, wordt niet
ondersteund en kan dus niet in stemming wordfen gebracht.
Het voorstel van B.en W., vervolgens in stemming gebracht,
wordt met 9 tegen 2 stemmen aangenomen; tegen stemden de Heeren
Korteweg en Huitkar. Hiervan wordt het navolgend besluit opge
maakt
De Raad der gemeente Zevenbergen;
BESLUIT
vast te stellen de volgende VERORDSITING krachtens artikel 31
duodecies, 2, tweede lid, der wet op de Personeels belasting
1896.-
Artiksl 1
De perceelen of gedeelten van perceelen, uitsluitend dienende j
tot uitoefening van het bedrijf van houder van een koffiehuis,
restaurant of andere inrichting tot het gebruiken van spijzen
en dranken tegen betaling, worden, met toepassing van het be
paalde in artikel .51 duodecies,x§ 2, tweede lid, der wet op de
personeels belasting 1896, voor deze gemeente gelijkgesteld met
perceelen of gedeelten van perceelen, vallende onder artikel 11,
3, eerste lid, letter a, dier wet.-
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking met ingang van het belas
tingjaar 195^»-
¥V HET VOORSTEL TOT HET AANVRAGEN EENER BIJDRAGE AAN HET
RIJK VOOR DEZE GEMEENTE-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat zooals den Raad
bekend is, het in hunne bedoeling lag, tijdig met voorstellen
te komen tot verhooging van bestaande en invoering van nieuwe
belastingen, ingaande 1 Januari 19jk-'
Na rijp beraad komt het hun echter voor, dat, gezien de draag
kracht dezer noodlijdende bevolking deze maatregelen niet meer
gerechtvaardigd zouden zijn, waarom zij den Raad voorstellen,
aan het Rijk eene bijdrage te verzoeken tot dekking op den ge-
wonen dienst 1932 en 1953 ontstane te korten, waarna eventueel
zulks ook t.z.t. voor I93I1 zal kunnen geschieden.
Zij stellen den Raad voor, in dien geest te besluiten,waarna
zij zich tot den Minister van Binnenlandsche Zaken zullen wen
den met een gemotiveerd verzoek, aooals in ontwerp overgelegd.-
DaiHeer van Unnik lijkt het tamelijk moeilijk om zoo te slagen
daar andere gemeenten op de knieën moeten; hij is het er mee