I
De Voorzitter zal zulks onder de oogen zien. De Heer van ®ck
zou voor een flinken termijn ontheffing willen verleenen; het j
zou hem spijten, indien sommigen hiervoor de gemeente zouden
gaan verlaten. De Voorzitter heeft "bij den bouw van een nieuwe
garage de opmerking reeds gemaakt, maar er is helaas geen ge-
volg aan gegeven; hij voelt wel veel voor spepelheid en wil
bijv. een termijn stellen tot Nieuwjaar. De Heer Hultkar wil
van gemeentewege een terrein aanwijzen. De Voorzitter zegt,
daarmede doende te zijn; bij de Wed. van Beek is hij echter
niet geslaagd. De Heer Huikkar merkt op, dat Tigchelaar met
een uitstel tot September natuurlijk niet geholpen is; hij zou
het jammer vinden, als zoo'n belastingbetaler de gemeente zou
gaan verlaten en wil daarom van gemeentewege een terrein aan
wijzen. De Heer van Eek dringt er op aan, op 9 September a.s.
enkele afgevaardigden dezer gemeente te zenden naar de demon
stratie voor H.M. de Koningin; gezien de verdeeldheid die ikx
thans alom heerscht, meent hij, er te meer reden is, zich om
het Koningshuis te scharen. Ea eenige discussie wordt besloten,
den Voorzitter de gemeente te doen vertegenwoordigen. De Heer
van Unnik merkt op, dat, als men daar met l|. of 5 menschen naar
toe gaat, straks de werkloozen ix zullen zeggen„dat doen ze
van ons" De Heer van Eek zegt, dat we, volgens den Heer van
Unnik, bij de^werkloozen stëeds hooger moeten gaan; hij meent,
dat men toch eens moet zeggen: basta. De Heer van Unnik komt
hiertegen op; hij heeft steeds getoond, wijselijk te kunnen
zeggen, het kan niet hooger; maar hij behoudt zich het recht
voor, in zekere zaken een ander standpunt in te nemen dan de
Heer van Eek. Daarna wordt de openbare vergadering gesloten en
gaat de Raad over in geheim comité ter behandeling van agenda
mrXVIII en andere aangelegenheden.-
DE GEMEENTERAAD VAN ZEVENBERGEN,
DE VOORZITTER,
DE SECRETARIS,
J/K
Coll.