eel in te dienen bouwaanvrage kan worden aangehouden, is het noodig, dat de Raad reeds thans besluit, te bepalen, dat de vaststelling van een plan van uitbreiding voor dat deel der ge meente wordt voorbereid. Zij noodigen den Raad qiitsdien uit, een besluit in dien geest te nemen, waartoe gevoegelijk gebruik zou kunnen worden gemaakt t van overgelegd concept-besluit.- De Voorzitter geeft eenige toelichting;^hij wijst er op, dat het bouwterrein rond het Gemeentehuis op een perceel na is ver kocht; dat binnen afzienbaren tijd door opschliving en door de nieuwe voorschriften der Provincie voor bebouwing van wegen bui ten de kom l6 Meter uit de as van den weg) het noodig zal zijn de beschikking te hebben over een bouwterrein, en het wenschelijk is, te voorkomen, dat het aangeduide perceel voor goed geschaad wordt; in overleg met den Tehhnischen Dienst der gemeentewerken te Eindhoven is dit voorstel gedaan; wanneer, zegt spreker, dit terrein niet steeds verhuurd was voor 7 jaren, dan hadden daar« op reeds de woningen gestaan, welke nu over de spoorlijn zijn gebouwd; thans wordt het echter van jaar tot jaar verhuurd; B.en W. willen hieraan alsnog vastkoppelen een besluit, als be doeld in art. I4.5 der Woningwet om te voorkomen, dat, indien in de bebouwde kom huizen worden afgebroken, er maar luk raak ge bouwd wordt. De Hear Schmitz vraagt, of uit dat bouwplan ook geldelijke verplichtingen voortvloeien voor den eigenaar of de gemeente. De Voorzitter antwoordt ontkennend. De Heer Schmitz acht het terrein aan den Zandweg beter geschikt voor bebouwing, omdat zulks geen aanvulling behoeft. De Voorzitter bestrijdt dit; aangezien daar lé Meter uit de as van den weg gebouwd moet wor- den en er geen rioleering,enzis; we gaan voorloopig, zegt spre' ker, niets doen dan door deskundigen onder de oogen te laten zien, dat er niets voor goed geschaad wordt. Daarna wordt met algemeene stemmen besloten overeenkomstig het aangevulde voorstel van B.en W.- XV HET VOORSTEL TOT HERNIEUWDE VASTSTELLING DER WINKBL- SLUITINGSV3R0RDBNING- Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens het over gelegde arrest van den Hoogen Raad dd> lo Januari 1955 de veror-| denimgen, vastgesteld krachtens art. 9» I0 der Winkelslui tingswet 1950, St. I4.60, de bijzondere omstandigheden zullen moe ten vermelden, welke aanleiding gegeven hebben tot het vaststel len der afwijkende bepalingen. Zijn de bijzondere omstandigheden in de verordeningen niet vermeld, dan zou de rechter daaraan verbindende kracht kunnen ontzeggen. Waar in deze gemeente zich het bovenaangehaalde geval voordoet stellen zij den Raad voor,de winkelsluitingsverordening opnieui vast te stellen, waarbij dan in den considerans van de bijzonders omstandigheddn meldigg ware te maken. Voor wat betreft het verzoek der Winkeliersvereeniging, waarom trent eveneens de commissie werd gehoord, stellen zij den Raad voor, afwijzend óp het verzoek te beschikken. Met algemeene stemmen wordt besloten overeafkomstig het voor stel van B.en W.- XVI HET VOORSTEL III ZAKE TOETREDING TOT HET STREEKPLAN VOOR RILDEN- EP '■.TEST - BR A B APT - Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat in de vergadering van 12 April jl. werd besloten, niet toe te treden tot het

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1933 | | pagina 63