- b37 - Zij stellen den Raad voor, te besluiten tot vaststelling van het overgelegde ontwerp eener nieuwe bouwverordening, alsnog aangevuld en gewijzigd volgens de hierbij overgelegde adviezen van de Gezondheidscommissie en den Directeur der Waterleiding- Maatschappij te Oudenbosch.- De Heer Smits wijst op de verzwaarde bepalingen voor wat be- 1 treft de balklaag en den nieuwen inhoud voor regenputten (3 M?);. hij vindt het toch al bezwaarlijk voor den werkman. De Voorzit- t ter wijst er op, dat in B.en W. besloten is, voor bestaande wo ningen den inhoud van regenputten op 2 m3 te handhaven en alzoo voor nieuwbouw 3 ^3 inhoud voor te schrijven; voor wat betreft de balklagen en andere bepalingen, merkt hij op, dat de Gemeente Opzichter in overweging geeft, deze bepalingen te handhaven,om dat daar momenteel nog al licht mede wordt omgesprongen. De Heer Smits meent, dat men het particulier initiatief toch veel naar achteren brengt en voor wat betreft het toezicht, zal en hoopt hij, dat de gemeente-opzichter het niet zal af kunnen. De Voorzitter wijst er op, dat de gemeente-opzichter, als des kundige, adviseert de bepalingen over te nemen en daarom B.enW. met dit voorstel komen. De Heer Smits zegt, dat men 6 of 7 keer den gemeente-opzichter zal moeten waarschuwen, hetgeen kosten opjagen is. De Voorzitter merkt op, dat de verordening wel zoo danig zal worden uitgevoerd, dat niemand noodeloos op kosten wordt gejaagd. De Heer Smits zegt, dat men toch altijd aan de verplichtingen vast zit. Daarna wordt de verordening èvereen- komstig het door B.en W. ingediende ontwerp met algemeene stem men vastgesteld.- XIV HBT VOORSTEL DM TB BSPAL5H&. DAT DB VASTSTELLING VAH ESN PLAN VAN UITBREIDING VOOR HET BOUWTERREIN.OMSLOTEN DOOR AMBIIASTRAATPRINS HENDRIKSTRAAT. DE LAHGBWBG EN I DE5 POORLIJN ROTTERDAM-ROOS3PDAAL. WORDT VOORBEREID (ART. 36. lie lid DHR WONINGWET).- Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat, zooals uit over gelegd schrijven blijkt, de gemeente-opzichter er op wijst, dat de thans nog beschikbare grond rond het gemeentehuis zeer be perkt is, terwijl het niet onmogelijk is - niettegenstaande het aantal nieuwe woningen in de laatste twee jaren slechts matig is toegenomen - dat binnen afzienbaren tijd bouwplannen worden ontworpen op de daarvoor uitstekend gelegen gronden aan de Prins Hendrikstraat, in eigendom toebehoorende aan den Heer Hollen en Mej. Wa. Hollen. Voor dit terrein is alleen een rooilijn vastgesteld aan de zijde, gelegen aan de Ameliastraatdoch langs de zijde van de Prins Hendrikstraat en den Langeweg is dit niet het geval. Het is dientengevolge niet denkbeeldig, dat door het bouwen van een of meer woningen of industriegebouwen, op dit terrein een even tueel vast te stellen uitbreidingsplan zou kunnen worden ge schaad. Zij zijn het eens met den gemeente-opzichter waar deze beweert, dat bovenbedoeld terrein dje uitbreidingsplaats is voor de gemeente en dat het zeer te betfeuren zou zijn, indien door niet tijdig ingrijpen, aan de geheele omgeving en uit bebouwings oogpunt, en om verkeeréredenen, een nooit te herstellen x schade wordt toegebracht. In verband hiermede deelen zij den Raad mede, dat gxx het in hun voornemen ligt, t.z.t. aan den Raad een uitbreidingsplan ter vaststelling aan te bieden. Ten einde te bevorderen, dat een beschikking ckmtrent een eventu-

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1933 | | pagina 62