li ••'v.'cirï
t't'
- O.C X
- lj.01
ven richting meegaan om later niet het verwijt te moeten hooren,
dat het èègen schild is geweest; hij wil daarom minstens voor een
jaar toetreden. De Heer Schiks vraagt of de voordeelen opwegen te
gen de kosten. De Voorzitter meent, dat zulks niet te zeggen is;
men moet het bekijken uit een - y^«-- provinciaal oogpunt; voor
sommige gemeenten, zegt spreker, is het verplichtend, n.l. voor ge
meenten boven de 10000 zielen; voor andere kan het worden verplich
tend gesteld; Ged. Staten willen daartoe echter vooralsnog niet
overgaan; bekijkt men deze aangelegenheid in het algemeene kader,
dan zit er ook voor Zevenbergen wel een belang in; een direct voor
deel is echter niet te zien; wel kan het echter binnen afzienbaren
tijd tot moeilijkheden leiden voor' gemeenten, welke niet meedoen.
De Heer Schmitz zou met het oog op den doorvoer om daarvoor eens
een oplossing te krijgen, willen toetreden. De Heer van de Hoort
kan er voor Zevenbergen geen belang in zien; hij wijst er op, dat
het belang is voor de grootere plaatsen, zoodat Zevenbergen daar
voor mag meebetalen. De Heer Schiks pleit nog voor doortrekking van
de Lange noord straat rechtstreeks naar de brug Moerdijk. De Voorzit
ter wijst er op, dat het Rijkswegenplan reeds is vastgesteld. De
Heer van Eek is er wel voor, een jaar subsidie te verleenen, maar
daarmede is men niet geholpen, hij wil daarom voor goed toetreden
of in het geheel niet. Om voor goed toe te treden acht de Voorzit
ter het plan nog niet rtjp genoeg. De Heer van Unnik is het in zoo
verre eens met den Heer van Eek, dat men niet eerst moet gaan bevor
deren om dan later terug te trekken, maar hij vraagt zich af of men
bij latere toetreding niet zal worden achtergesteld, terwijl het
z.i. juist van belang is in het begin-stadium mee te doen. De Heer
van Eek meent, dat het eerste jaar enkele lijnen zullen worden aan
gegeven en zulks dan later toch niet meer zal meetellen; hij wil
daarom zien of men later niet kan toetreden. De Heer Huitkar meent,
dat, als het goed loopt, men er later Zevenbergen nog wel bij zal
willen hebben; hij meent, dat het maar de bedoeling is, om ambtena
ren aan te kunnen stellen. De Voorzitter ze^ty dat het door bestaan
de ambtenaren zal worden uitgevoerd, n.l. door het bureau Gemeente
werken te Eindhoven; de Voorzitter wil er - zich niet aan vast
klampen en laat den Raad vrij. Daarna wordt met algemeene stemmen
besloten, voorloopig niet toe te treden.-
VI HET VOORSTEL TOT HET VERLEENEN EEHER TEGEMOETKOMING AAN EEN
INGEZETENE IN DE KOPTEN, VERBONDEN AAN HET SCHOOLBEZOEK ZIJ
NER KINDEREN (Art. ^5 der Lager Onderwijswet 1920)
Burg. en Weth. deelen mede, dat blijkens overgelegd adres L.Maris
D. 301 alhier, eene tegemoetkoming verzoekt ingevolge art. 13 der
L.O.wet 1920 voor zijn kind, dat de Christelijke school te Zevenber
gen bezoekt
Uit ter zake gedane onderzoeking blijkt, dat adressant inderdaad
op bedoelde tegemoetkoming aanspraak kan doen gelden.
Mitsdien stellen zij den Raad voor, aan adressant eene vergoeding
toe te kennen in de kosten van het schoolbbzoek van zijn kind ad
1 cent per afgelegden K.M., zulks overeenkomstig het raadsbesluit
dd. 9 September 19J2.-
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten.-
VII HET VOORSTEL TOT HET VERLEENEN .VAN EEN SUBSIDIE AD TWEE
GULDEN/AAN"HET PLAATSELIJK COMITÉ IN DE GEMEENTE ZEVENBER
GEN.- EN VTJETTG CENT
Burg. en Weth. deelen mede, dat blijkens overgelegd adres het
plaatselijk crisis-comité in deze gemeente den Raad verzoekt, een