589 het minst kwetsend zou het nog zijn op particulier terrein; hij zov daarom in overweging geven feest te vieren op particulier terrein. De Voorzitter respecteert voor de volle 100$ de gevoelens van den Heer Korteweg; een gepaste Zondagsviering acht hij echter niet uit den booze; hij zal medezeggenschap houden op de inrichtingen welke worden toegelaten; hij acht het zelfs beter op een openbaar ter- ijein; als Hoofd van Politie geniet bij hem een afgeslotnn terrein minder voorkeur; bovendien heeft op het marktterrein iedereen toe gang en behoeven ingezetenen die geen entree kunnen betalen niet te worden geweerd. De Heer Huitkar gaat grootendeels met den Voor zitter accoord voor zoover het betreft door de week, maar niet voor den Zondag; deze geldt voor Protestanten den geheelen dag De Heer Schmitz heeft de ervaring, dat door de vereenigingen te roekeloos met het geld wordt omgesprongen; door het Mannenkoor werd destijds reusachtig geld verdiend; z.i. gaat het belang der gemeente voorf op parti culier terrein moet huur betaald worden en nu zou de gemeente het mafektterrein gratis afstaan, terwijl vroeger het geld verbrast is. De Heer Smits wijst er op, dat overwogen is wat het beste was; voor de ver eenigingen is het beter op particulier terrein; maar op het marktterrein heeft iedereen toegang; hiertoe is besloten ter wille van den middenstand en de caféhouders. De Heer Zom wil verder ingaan op de brasserijen van het Mannenkoor. De Voorzitter verzoekt hem echter dit maar te laten rusten. De Heer van Eek gaat met het voorstel van B.en W. accoord; het spijt hem echter, dat ten vorigen jare het houden van een Bazar aan Crescendo werd geweigerd; toen werd ax® als bezwaar aangevoerd de heerschende crisis en dit geldt thans nog evenzeer. De Voorzitter wijst er op, dat het hier een jubile betreft een speciaal feest; hij blijft er op tegen 0151 iedere vereeniging vergunning te geven tot het houden van een kermesse d'ete om de kas te spekken; hier moet geacht worden een mijlpaal aanwezig te zijn. De Heer van Eek zegt, een vooraanstaand ocrsoon te zijn op het gebied van veree- nigingsleven; hij blijft echter zijn spijt er over uitdrukken, dat eenzelfde vergunning aqn Crescendo werd geweigerd. De Heer Smits merkt op, dat het hier goen winstbejag betreft, doch dat het al leen te doen is om de onkosten te dekken. De Heer Sclunitz wil zijn stem motiveeren; hij zal voor stemmen nu het hem blijkt, dat er geen entree geheven wordtDe Heer Huitkar vraagt of het niet ge vonden kan worden, dat de Zondag er buiten valt om een groote er gernis voor de Protestanten te voorkomen. De Heer Zom merkt op,dat men dan geen deelnemende vereenigingen van buiten kan krijgen. De Heer Huitkar wijst er op, dat men in de tegenwoordige benarde tijdsomstandigheden gaat sm&ken om de tusscherikomst van God voor uitkomst in deze penibele tijden te verkrijgen, maar dan moet men in de eerste plaats den Zondag, den dag des Heeren, heiligen,volgen het uitdrukkelijk gebod van God zelfNa nog eenige discussie wordt het voorstel van B.en W. in stemming gebracht en aangenomen met 11 stemmen; tegen stemden de Heeren Huitkar en Korteweg. De Heer Kor teweg heeft dan nog een beleefd verzoek om geen inrichtingen of wagens te plaatsen vóór den ingang van het Kerkgebouw of de wonin gen van de Dominó's. De Heer Zom merkt op, dat slechts enkele inrichtingen worden toegelaten, zoodat zelfs het marktveld nog niet vol zal komen. De Voorzitter antwoordt, dat met het berzoek zal worden rekening gehouden.-

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1933 | | pagina 14