in O FF VANGST en UITGAAF (gewone dienst) op f. 165H.I4.O
in ONTVANGST en UITGAAF kapitaaldienst)op f. 571-32
Vervolgens worden de uitgaven van den Gewonen Dienst èn de
uitgaven van den Kapitaaldienst ±xl respectievelijk bedragende
f. ^79052-83 en lj-3^97'33, in stemming gebracht en met al
gemeene stemmen vastgesteld.-
De ontvangsten van den Gewonen Dienst op f. 33Ij.052.83 en
den Kapitaaldienst op f. I4.3i4.97-33 ln stemming gebrachtworden
met algemeene stammen vastgesteld.-
Vervolgens wordt met algemeene stemmen het navolgend besluit
genomen;
De Raad der gemeente Zevenbergen}
Gelet op de Gemeentewet}
Heeft in zijne openbare vergadering van 18 December 1933 be
sloten, de gemeentebegrooting 193^ vast te stellen:
De ontvangsten van den Gewonen diejjst op f. 335052.83
De uitgaven van den Gewonen dienst op. f. 379052.83
De ontvangsten en uitgaven van den Kapitaal
dienst beide opf. I4.3I4.97-33
X RECLAMES HONDENBELASTINGa>95 3-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens overge
legde stukken enkele aangeslagenen in de Hondenbelasting tegen
hunne aanslagen over 1933 bezwaren hebben ingebracht.
Na onderzoek stellen zij den Raad voor, te besluiten zooals
op de adressen is aangegeven.-
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten.-
XI RONDVRAAG.-
De Heer Schmitz bespreekt een klacht van den landarbeider
De Hoon} deze heeft tot I4. October uitkeering gehad} daarna
niet meer} hij vraagt naar de reden daarvan. De Voorzitter
zegt, dat zulks een gevolg is van het huren van land. De Heer
Schmitz merkt op, dat hij het gfehuurd had van zijn schoonvader;
hij vindt het geen mot lef daaruit xaaztxjetAl*
trema-ie voor weigering. De Voorzitter antwoordt, dat hij de ver
diensten, daaruit voortspruitende, niet wilde opgeven} 90 Aren
voor eigen gebruik, dat gaat niet. De Heer Schmitz vraagt,
waarom de Landarbeidersbond hem dan niet goed heeft ingelicht.
De Heer van Unnik weet niet of het om de Hoon te doen is of om||
den Lahdarbeidersbond, maar hij zou zeggen, als dit laatste
het geval is, laat hem dan gerust zijn gang gaan. De Heer
Schmitz keurt die handelingDe Voorzitter hamert,en
zegt, dat de commissie altijd geweerd is door te zeggen: het
is een kapstok; nu kan men rechtstreeks komen bij de bron,bij
B.en W., zoodat het niet noodig is, dat men zich eenzijdig
laat voorlichten. De Heer Schmitz zegt verder,dat destijds be
sloten is, dat zij, die zaken doen, geen steun konden krijgen,
terwijl de Voorzitter zegt, dat ze weer steun kunnen ontvangenJ
De Voorzitter merkt op, dat het wal juist het tegendeel zal
zijn. De Heer Smits vraagt of de mogelijkheid is opengesteld
om te bouwen op de weide van den Heer Nollen. De Voorzitter
zegt, dat zulks niet partieel gaat,doch beoordeeld moet worden?)
in verband met het uitbreidingsplan. De Heer Korteweg infor-
meert hoe of het staat met de werkverschaffing} de waterschap-j
pen,zegt spreker, klagen, dat er vanwege de Regeering zoo wei- t,
nig aekerheid wordt gegeven.