m-
VIII HET VOORSTEL TOT BENOEMING VAN EEN LID VAN HET BUR-
GERLIJK ARMBESTUUR (periodieke aftreding A. de Keer).-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat op 1 Januari
1932 de Heer A. de Heer, lid van het Burgerlijk Armbestuur,
periodiek aftrad.
Voor deze vacature ontvingen zij van het Burgerlijk Armbe
stuur onderstaand dubbeltal van benoembaren, waarmede zij zich
volkomen kunnen vereenigen, waarom zij den Raad voorstellen,
daaruit eene keuze te doen.
I A. de H e e r-
II G. Burgers.-
Tot stemming overgaande, wordt met algemeene stemmen herbe
noemd, de Heer A. de Heer.-
IX HET VOORSTEL TOT HERZIENING DER PLAATSELIJKE VEROR-
DENÏNG OP DE PERSOONLIJKE DIENSTEN.-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens overge
legd schrijven bij H.H. Gedeputeerde Staten van Noord
brabant eenige bedenkingen zijn gerezen ten aanzien van de aan
hen in afschrift toegezonden verordening op de persoonlijke
diensten in deze gemeente.
Waar deze bedenkingen grootendeels slechts van administratie-
ven aard zijn, waarmede zij zich wel kunnen vereenigen, stel
len zij den Raad voor, bedoelde verordening met inachtneming
van hetgeen H.H. Gedeputeerde Staten daaromtrent opmerken, te
wijzigen en opnieuw vast te stellen.-
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten
(zie dossier -1.719*1)
X HET VOORSTEL TOT VASTSTELLING EENER VERORDENING OP DE
WINKELSLUITING.-
Burgemeester en Wethouders bieden den Raad aan, een ontwerp
verordening, houdende afwijkingen van verschillende bepalingen
der Winkelsluitingswet. De Winkeliersvereeniging „Algemeen
Belang" te Zevenbergen en de „R.K. Middenstandsvereeniging te
Zevenbergschen Hoek, hebben dienaangaande hunne wenschen aan
B.en W. kenbaar gemarkt, welke stukken worden overgelegd.
Zij hebben getracth met inachtneming dier wenschen en reke
ning houdende met plaatselijke toestanden, aan hen bekend, het
ontwerp zoo te maken, dat het hun voorkomt, te zijn aannemelijk
voor den Raad en passelijk voor deze gemeente. Zij verzoeken
den Raad, aldus tot vaststelling te willen overgaan en daarop,
voor zoover art. 9 der Wet toepassing vindt, de Koninklijke
goedkeuring te vragen.-
Zij merken,Epmisschien ten overvloede, nog op, dat de Wet als
zoodanig in werking treedt op 1 Maart a.s.-
De Heer Vermeulen vraagt of met het verzoek van den Kapper
te Zevenbergschen Hoek is rekening gehouden. De Vo°rzltJ®fQ- ro
antwoordt,dat met alle verzoeken rekening is gehouden, ^kalve
met persoonlijke wenschen; een en ander is zoo Jreed mogelijk
opgezet. De Heer Zom vraagt of de wet toelaat, s^garenwin
keiiers op Zondag geopend zijn. De Voorzitter antwoordt, dat
de wet spreekt van wiiikaiz alle winkels en geen uitzondertingen
stelt. De Heer Korteweg merkt op, dat de JJ^swetgever er
uitgaat, dat 's Zondags niet verkocht wordtfis onse 1 t
gemeente voor den Zondag een uitzonderxng gaa J
op de sociale wetten, waarbij sterk naar voren kom., dat de