11
Hi-
n Van Ged. Staten van Noordbrabant, dd. 5 Augustus 1931,
Or. nr. 318, houdende goedkeuring raadsbesluit dd. 26 Juni
1931, wijziging begrooting Gasbedrijf 193O.-
o Van Ged. Staten van Noordbrabant dd. 5 Augustus 1951,
G. nr. 318» houdende goedkeuring raadsbesluit dd. 26 Juni
1931, wijziging begrooting 1930.-
p Van Centraal Bureau voor Verificatie en financiëele
adviezen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten te
Den Haag, dd. 7 Aug. 1931» n0« 1?17 r*j verslag verifica
tie administratie Keuringsdienst voor vee en vleesch, le
en 2e kwartaal 1931*-
q Van idem dd. 6 Augustus 1931» no. 1720 R., verslag
■verificatie administratie Bouwvereeniging „St. Joseph"
Zevenb. Hoek, le en 2e kwartaal 1931«-
r Van idem dd. 6 Augustus 1931) no. 1713 R., verslag
verificatie administratie Bouwvereeniging „St. Joseph"
Zevenbergen, le en 2e kwartaal 1931«-
3_ Van idem dd. 7 Augustus 1931) no. 1716 R., verslag
verificatie administratie Landarbeidersstichting Langeweg,
2e kwartaal 1931«~
t_ VanA idem dd. I|. Augustus 1931) no. 1665 R., verslag
controle jaarrekening Keuringsdienst voor vee en vleesch
1930.-
u Van idem dd. 24. Juli 1931) no. 1597 R»» verslag
jaarrekening 1930) Gasbedrijf.-
v Van Commissaris der Koningin in Noordbrabant dd. 23 Sept.
1931) benoeming A. C. M. Koek tot lid der Gezondheidscom
missie (vacature J.H.V.J.Kock) .-
w Van Burg. en Weth*, Reglement van orde voor de vergade
ringen van hun College.-
Voorstel Burg. en Weth.de stukken a tot en met w voor
kennisgeving aan te nemen. Aldus wordt bes loten.-
aa Verzoek van P. Leys e.a. bewoners der Lage Wipstraat,
om plaatsing van een gaslantaarn (vorige vergadering aan
gehouden) .-
Boorstel B.en W.afwijzend op het verzoek te beschikken
ter wille der daaraan verbonden consequenties, mede met het
oog op den financiëelen toestand der gemeente.
De Heer van Eek merkt op, dat in de vorige vergadering
besloten was zich ter plaatse te oriënteeren; met het oog
op de zomermaanden, zegt spreker, is daarvoor geen gelegen
heid geweest, waarom hij voorstelt, deze aangelegenheid nog
eens aan te houden. De Heer Schmitz zegt, zich ter plaatse
op de hoogte te hebben gesteld; hij acht het dringend noo
dig; het is z.i. nog wel op meerder plaatsen in de Lage
Wipstraat noodig; hij geeft dan ook in overweging zich na
der van de noodzakelijkheid te overtuigen, dan wel tot
plaatsing te besluiten. De Heer Francois kan zich met het
voorstel van B.en W. vereenigen; er zijn, zegt spreker,nog
geen ongelukken gebeurd en indien men daar een lantaarn
gaat plaatsen komen er nog meer in aanmerking. De Voorzitter
wijst er op, dat de leden zich vanaf kermis hebben kunnen
overtuigen, dus ook in het winterseizoen; B.en W. zegt spre
ker, vreezen meè de Gasfabriek voor de consequenties; ter
plaatse bestaat geen direct gevaar; er zijn geen slooten of
iets dergelijke; hij is er echter tegen de zaak nog langer
aan te houden; zulks zou reeds den derden keer zijn. De
Heer van Eek merkt op, dat men niet den put moet dempen als
het kalf verdronken is; gezien de situatie in de Lage Wip
straat acht hij plaatsing van de lantaarn wel noodig. Het
voorstel van Eek, vervolgens in stemming gebracht, wordt
