i960 f. 375-- 1953 f. I+75.-; 1954 f. 475-; 1955 f. 475-; 1957 f. 375-; 1958 f. 575-; 1955 f. 375-J 1961 f. 375,-; 1962 f.371,87; 1963 f. 305-; 1965 f. 305-; 1966 f. 365-; 1967 f. 365-; 1969 f. 365-t 1970 f- 365-; 1971 175,48. - 186 - 9 1827,70; 1950 f. 114.83,66; 1951 f. 1952'f. 513,77 f, 1910,-; 1914-9 f. 1827,70; 1950 f. 1I4-83661951 f. 675-1 1952 f- 513,77; 1953 f- 14-75 - -1954 fW" 1956 f. 1+21,22 1964 f. 395 1968 f 365 —- 2 De Gemeente zal de bevoegdheid hebben, bovendien zoodanige som af te lossen als door haar mocht worden verlangd, of wel de. geheele restant schuld, een en ander na verloop van drie maanden na de kennisgeving van het voornemen flot buitengewone aflossing aan de Bank. De sommen welke boven vorengenoemde af lossingsbedragen worden terugbetaald, worden afgeschreven van de laatste termijnender periodieke aflossing. De Gemeente zal gedurende de eerste vijf jaren van den looptijd bij het dio^n van eene buitengewone aflossing van dit bedrag aan de Bank een percent vergoeding betalen. 3 De Gemeente zal jaarlijks over het onafgeloste nominaal be drag der leening aan de Bank te haren kantore rente voldoen,be rekend naar 4s ^en honderd in het jaar, vervallende in twee ge lijke termijnen, op JO Juni en op 31 December, voor het eerst op 31 December 1931* Mocht de gemeente gedurende langer dan acht dagen na den daarvoor bepaalden tijd nalatig zijn in de betaling van eene voor aflossing of rente verschuldigde som, dan wel failliet verklaard worden, dan zal door haar over het bedrag daarvan en over den tijd der nalatigheid aan de Bank eene vergoeding verschuldigd zijn, berekend naar zes ten hon derd in $et jaar. In geval van faillissement wordt deze rente slechts betaald van het tijdstip af waarop de nalatigheid is ingetreden, tot den dag der faillietverklaring. Zij zal in ge breke zijn door het enkel verloop van den termijn, zonder in gebrekestelling. De Bank blijft daarenboven geheelvrijindien eenige voor aflossing of rente verschuldigde som niet op den daarvoor bepaalden tijd mocht worden betaald, alle zoddanige maatregelen te nemen tot het behoud van hare rechten of tot verhaal van hare vordering als de wet te harer beschikking stelt en haar noodig of nuttig zullen voorkomen, zullende bij niet-prompte betaling van öe aflossing op de hoofdsom en van de rentealsmede in geval vanfaillissement van de Gemeente of bij hare aanvrage tot surseance van betaling het geheele alsdan nog verschuldigde bedrag aan hoofdsom en rente in eens opvorderbaar zijn. 5a De rente en aflossing te voldoen uit de gewone en zoo noo dig uit debuitengewone inkomsten der gemeente. Ij. De gemeente verbindt zich om telken jare, binnen drie maan den nadat zij daartie het verzoek van de Bank heeft ontvangen, aan deze de volgende stukken toe te zenden: 1°een gewaarmerkt afschrift van de verzameling der hoofdstuk ken van de Gemeentebegrooting voor het loopende jaar, met ver melding van den datum der goedkeuring van die begrooting door Gedeputeerde Staten. Wanneer die goedkeuring dan nog niet ver kregen is, zendt de Gemeente de daaromtrent verlangde opgave aan de Bank, zoodra die goedkeuring zal zijn verkregen; 2®. een gewaarmerkt afschrift van de staten van schulden der Gemeente op 1 Januari tevoren; 3°een van de gevraagde antwoorden en onderteekening voorzie ne vragenlijst betreffende eenige financieele gegevens over de Gemeente, over de laatste vijf jaren, voorafgaande aan het loo pende jaar. Bij haar vorenbedoeld berzoek zendt de Bank aan de Gemeente de noodige formulieren voor die vragenlijst.-

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1931 | | pagina 64