Ter zake Werd door hen gehoord veldwachter Van Tiel te Zeven-
bergschen Hoek, wiens rapport zij den Raad overleggen.
Op de gronden, in het rapport aangehaald, stellen zij den Raad
voor, afwijzend op het verzoek te beschikken.-
Aldus wordt besloten,-
XXVII RONDVRAAG.-
De Heer Vrins vraagt de aandacht voor de verharding van het
voetpad aan den Zuiddijk, den Hoogen Zeedijk en het terrein aan
de Landarbeiders stichting De Voorzitter merkt op, dat de
Hooge Zeedijk een polderweg is en wijst op de consequentie.;:
verder zal hij aan een en ander de noodige aandacht wijden. De
Heer Vrins verlaat de vergadering. De Heer van Unnik wil air het
mogelijk is, de Kenschen helpen; hij wil ook wijzen op het voet
pad Achterste Kalishoek naar Zevenbergschen Hoek. De Heer van
Eek wijst er op, dat destijds subsidie verleend is aan dien weg;
desniettegenstaande zijn er hekken geplaatst; de beesten staan
voor het hek en vertrappen het voetpad; hij wil zich in verbin
ding stellen met het polderbestuur. De Voorzitter merkt op, dat
zonder vergunning van het Polderbestuur geen hekken geplaatst
kunnen worden; hij wil deze aangelegenheid wel eens met den Voor
zitter van het Polderbestuur (den Heer Bax) bespreken. De Heer
van Eek merkt op, dat destij§l^i#ade Commissie sub j van den
Vleeschkeuringsdienst met een lid van Zevenbergen en Zwaluwe
uit te breiden. De Voorzitter wijst er op, dat in de gemeenschap
pelijke regeling nog wijziging moet worden gebracht en in een
volgende vergadering de noodige voorstellen zullen worden gedaan.
De Heer van Eek deelt nog mede, dat in de vorige week te Fijnaart
een vergadering van kleine vlassers werd gehouden, waar ook de
Burgemeesters waren uitgenoodigd; de Burgemeester Van Zevenbergen
was niet aanwezig ofschoón hij daar wel op zijn plaats zou zijn
geweest, waar deze zit in c.e commissie voor werkverruiming; hij
vraagt of hier geen hulp kan worden geboden, daar hier toch veel
werkloosheid kan worden voorkomen. De Voorzitter merkt op, dat
hij denzelfden dag een bespreking had rfcn den Haag in het belang
der vlassers; hij kan wel zeggen, dat de commissie Lovink zoo
goed als klaar is en hij verwacht, dat binnen 2 of 5 dagen wel
voorzieningen zullen worden getroffen; hij heeft veel hoop, dat
de fabriek „Dinteloord" wel weer zal kunnen werken; hij conclu
deert hieruit, dat hij 5n den Haag korter bij den haard za!- lan
te Fijnaartè De Heer van Eek stelt het ten zeerste op prijs, dat
deze aangelegenheid reeds zoo ver gevorderd is.
De Heer van Unnik bejammert hetgeen in Fijnaart gebeurd is;
hij vermoedt, dat weer een organisatie zal ontstaan naast de
organisatie; in de commissies zijn de organisaties reeds verte
genwoordigd; nu komt daar weer een vereeniging van vlassers. De
Heer van Eek merkt op, dat er een nationale vereeniging van vlas
sers bestaat; in Fijnaart kunnen ze natuurlijk niet bij een werk
mansorganisatie aansluiten, daar ze zelf het vlas bewerken; ad-
haesie werd betuigd aan hetgeen de Maatschappij tot bevordering
der vlas industrie gedaan heeft. De Heer van Unnik merkt op, dat
het in den zomer arbeiders zijn; laat ze desnoods, zegt spreker,
naar den Boerenbond gaan; hij hoopt, dat de Heeren zullen begrij
pen, dat door de arbeidersorganisaties al lang daarvoor reeds
gewerkt is.
De Heer Korteweg dringt er op aan, volgend jaar, na de campag
ne, wat spoediger te repareeren aan den Achterdijk; de losse kei
slag had er direct ingereden kunnen worden; daarenboven wordt
z.i. het fietspad stiefmoederlijk behandeld. De Voorzitter zal
er zooveel mogelijk rekening mee houden. De Heer Vermeulen wijst
op het fietspad Achterste Kalishoek, en verzoekt een onderste#