voor verlichting en indien de gemeente voor een klein gaskachels
zorgt
Zij stellen den Raad voor,onder voorwaarde dat het lokaaltje
voor het Hoofd van Politie, Chef van Politie of Veldwachters,
steeds disponibel zal zijn; met den veldwachter Van Tiel eene
regeling te treffen als in overgelegde bijlage bedoeld.-
Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig het voor
stel van B.en W.-
XX HET VOORSTEL TOT TOEKENNING EENER VERGOEDING AAN DE SCHOON
MAAKSTER VAN HET LOKAAL TEN DIENSTE DER TB.C-BESTRIJDING.-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens overgeleg
de stukken de schoonmaakster van het lokaal ten dienste der T.B.
C.-bestrijding eene vergoeding verzoeka als Zoodanig.
Zij stellen den Raad voor, haar als zoodanig eene jaarlijksche
vergoeding toe te kennen van f. lé.--, alles inbegrepen, waarme
de adressante accoord gaat.-
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten.-
XXI HET VOORSTEL IN ZAKE HET GEVEN VAN EEN TOESLAG AAN DE
ARBEIDERS BIJ DE WERKVERSCHAFFING IN DE HOEVENSCHE BEEM
DEN (vergoeding looptijd).-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat het hun gewenscht
voorkomt, den arbeiders bij de werkverschaffing êenige vergoeding
voor looptijd toe te kennen.
Zij stellen den Raad mitsdien voor, hun een vergoeding toe te
kennen van f. 0.35 Per dag en per persoon, behoudend goedkeuring
van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, ingevolge
de subsidie-voorwaarden.-
Deze aangelegenheid is reeds afgehandeld bij de ingekomen
stukken (zie jj-
XXII HET VOORSTEL TOT HET TREFFEN EENER REGELING WERKVERZUIM
FEESTDAGEN, ENZ. BIJ DE WERKVERSCHAFFING IN DE HOEVENSCHE
BEEMDEN.
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens overgeleg
de ötukken door den Minister van Binnenlandsche Zaken eene be
schikking is genomen in zake regeling werkverzuim op feestdagen
bij de werkverschaffing in de Hoevensche Beemden.
Zij stellen den Raad voor, aan deze regeling voorzoover daar
bij deze gemeente is betrokken, goedkeuring te hechten.-
De Heer van Unnik acht het goed, dat v er op gewezen wordt,
dat de vergoeding voor regendagen ook werkelijk wordt betaald;
het wekt ontstemming dat de voorschriften niet worden nageleefd.
De Voorzitter merkt op, dat hij die aangelegenheid in den Haag
besproken heeft en een en ander pndertusschen reeds is gereg ld;
de vergoeding wordt in een daaropvolgende week uitgekeerd om re
den telkens de goedkeuring van den Minister moet worden verkre
gen. De Heer van Unnik wijst er op, dat aan de werkverschaf':Mng
veel ontstemming heerscht, ook over de loonen; hij vraagt of het
niet wenschelijk was, erop te wijzen, dat het geen gewoon werk
is als bij de boeren, zoodat ook de betaling niet goed is; de
Raad zou zich in dien geest kunnen uitspreken en de Regeering
er op wijzen, daar de Regeering altijd met het particuliere be
drijf schermt; hij hoopt verder, dat de arbeiders naast hun ge
moed, ook hun verstand zullen laten spreken; hij vindt het niet
juist, dat hij door de arbeiders bejegend wordt alsbf hij &en in
moeilijkheden gebracht heeft; hij zou we± willen, dat er wat meer
waardeering voor het werk van den Voorzitter betoond werd.
De Voorzitter deelt mede, dat hij tracht te doen voor de arbei
ders wat mogelijk is; dat zulks niet altijd goed begrepen wordt