voornemens is om dezen weg te bewandelen, vraagt spreker of - nadat de hier gevoerde besprekingen aan het College van Burgemeester en Wethouders zyn overgebracht - wederom een vergadering van het Geor ganiseerd Overleg zal worden gehouden, dan wel, of Burgemeester en Wethouders voornemens zyn om, met voorbygaan van alle hier aange voerde argumenten, h|tn voorstel zonder meer te handhaven. De Voorzitter zegt, dat - indien men hierop een antwoord wil heb ben - het de laatste vergadering is geweest, dat hy als zoodanig is gekomen.- De heer Kollenhoven drukt daarover zyn spyt uit, doch tevens legt hy er den nadruk op, dat hy in zeer veel gemeenten in het Georgani seerd Overleg komt om inderdaad overleg te plegen en niet alleen om te aanhooren wat door Burgemeester en Wethouders is besloten en dus reeds vaststaat. Op deze wyze kan het ook hier.- De Voorzitter zegt, dat het Georganiseerd Overleg slecht een com missie van advies is.- De heer Kollenhoven merkt op, dat dus geen overeenstemming kan worden verkregen. Indien de Voorzitter het Georganiseerd Overleg worden W zien, zou er heel wat beter en prettiger vergaderd De Voorzitter zegt dat hy onder geen voorwaarde meer ter verga dering zal komen, als men het Georganiseerd Overleg in deze richting wil leiden.- De heer van Seggelen kan beloven dat hy wel een ontwerp-regeling voor een goed Georganiseerd Overleg by het College van Burgemeester en Wethouders wil indienen, want deze wyze van overleg is niet goed. Indien de Voorzitter er aan vasthoudt dat hy dan niet meer zal komen wyst dit er op, dat hy niet de juiste blik heeft in het wezen van hetGeorganiseerd Overleg, hetwelk toch de grootst mogelyke bevre diging aan beide partyen moet brengen. De juiste weg ia, dat de Voorzitter' positief medewerkt; het is niet de bedoeling dat hy komt om de vergadering te leiden en daarna overbrengt wat daar besproken is. Dit is geen positie voor den Voorzitter; hy moet mede-zoeken naar een gemeenschappelyk standpunt, dat hy later daadwerkelyk zal verdedigen- De Voorzitter is het er volkomen mede eens, dat dit geen positée voor den Voorzitter is; hy zal er daarom voor zorg dragen, dat er een andere Voorzitter komt.- De heer van Gooi vraagt of Burgemeester en Wethouders er by het nemen van dit besluit ook aan hebben gedacht, wat in den tegenwoor- aigen tyd een huishouden kost; dit voorgenomen besluit brengt een geheele huishouding in de war.- Hy vraagt op wie het Gemeentebestuur zal moeten kunnen rekenen, wanneer er eenmaal buitengewone omstandigheden ontstaan, welke toch momenteel niet geheel ondenkbaar zyn£ op wie men moet kunnen rekenen, wanneer de Burgemeester zich genoodzaakt zal zien om buitengewone voorschriften van politie uit te vaardigen. Men zal dan toch zeker niet behoeven te bouwen op de hulp van de landbouwers, doch uitslui tend op de medewerking van het ambtenarencorps, hetwelk men tevoren reèds den voet in den nek gezet heeft. Deze medewerking zal door de ambtenaren ongetwyfeld worden verleend, doch de Voorzitter gelieve er wel om te denken, dat er heel veel verschil is tusschen medewer king en medewerking.- Men heeft er dus te voren wel degelyk rekening mede te houden, hoe men de ambtenaren behandelt.- De Voorzitter belooft t.z.t. graag met de mentaliteit, welke dn- der de ambtenaren schynt te heerschen, rekening te zullen houden.- Vnn?64^fer K?llenh°ven zou nog graag een persoonlyke vraag tot den rzitter willen richten. Het staat dezen natuurlyk vry om daarop aan niet antwoord te geven. Na al hetgeen reeds is voorafgegaan

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1931 | | pagina 131