at 2S in
- 2l+3 -
en de rekening opmaken, waarvan het saldo dan "binnen drie
maanden, gerekend van den dag van opzegging af, opeischbaar
is. Bij gerechtelijke invordering van de rekening behoeft
geen afschrift der rekening te worden beteekend of medege
deeld -
Artikel 10
Voor het geval te eeniger tijd, ten gevolde van eenige
wetsbepaling, een of meer van de bepalingen dezer overeen
komst gewijzigd moeten worden, erkennen beide partijen die
wijzigingen stilzwijgend, als in deze overeenkomst oogeno-
men, zonder dat zulks de rechtskracht dezer overeenkomst
verzwakt.-
Artikel 11
Alle geschillen tusschen partijen zullen in eerste instan
tie berecht worden door de Arrondissements-Rechtbank te
s-Gravenhage
Artikel 12
Deze overeenkomst geldt niet voor de verrekening tusschen
Rijk en Gemeente van de vorderingen en schulden, daartoe
door den Minister van Financiën ingevolge artikel 1 van het
K.B. van 28 Maart 1925, Staatsblad no. 125.-
Hierna wordt op voorstel van den Voorzitter besloten, thans
over te gaan tot behandeling van punt XIII der Agendat
RONDVRAAG
De Heer van Unnik merkt op, dat men met de questie van het
verschil tusschen verzekerden en niet-verzekerden bij Binnen-
landsche Zaken niet geslaagd is en verwezen is naar Arbeid,
zoodat men ondertusschen mefe de moeilijkheden zit; ftij vraagt
zich af of het niet gewenscht is, den arbeiders maar te ^ad
viseer en, niet naar den Bond te gaan, doch zich maar bij den
steun te melden, indien dat mogelijk is. De Voorzitter zegt,
dat zulks niet kan, aangezien ze niet zijn uitgetrokken; het
Gemeentebestuur blijft echter diligent; hij gelooft dat er
iets op gevonden zal moeten worden en heeft toestemming ge
vraagd voor het verleenen van bijslag, gelijkstaande aan den
kindertoeslag; dan was het gevaar bezworen; indien de oe-
stemming niet spoedig afkomt, zal hij een persoonlijk onder
houd aanvragen. De Heer Korteweg merkt op, dat bi.] de georga-
niseerden toch meerderen uit een gezin kunnen trekken.
De Heer van Unnik spreekt alleen van gevallen, waarin maar
één persoon trekt. De Raad kan zich met de ideeen van B.en
W. ter zake vereenigen. De Heer Schmitz heeft uit de bladen
gezien, dat de loonstandaard in omliggende gemeenten hooger
is dan in Zevenbergen; hij noemt o.a. Gilze c.a. H®®*\
Unnik merkt op, dat Zevenbergen daarentegen 80 k der lagere
loonen heeft gekregen tegen andere gemeenten 65%. De Heer
Schmitz vraagt of den Minister niet onder het oog kan worden
gebracht dat het standaard loon hier zoo laag is. De Voor
zitter merkt op, dat de Minister hiervan op de hoogte is en
dat we hier een steunregeling hebben waarop andere gemeenten
jaloersch zijn. De Heer van Unnik erkent dit, maar als ze hem
vragen, is dat een menschwaardig bestaan, dan moet hij ant
woorden, neen; maar hij wil objectief blijven, i
een
êfheSen gehaaïdfwafeftfSaïéh Is. De Heer Francis merkt