De Raad der gemeente Zevenbergen;
Beschikkende op een verzoek van M. Koevoets, wonende alhier,
E. nr. 267, dd.20 November 1951» houdende verzoek om vergoe
ding voor zijne schoolgaande Vlinderen, welke de R.K.Scholen
te Zevenbergen bezoeken;
Overwegende, dat blijkens een ingesteld onderzoek is geble
ken, dat de afstand van adressants woning tot genoemde scholen
meer dan Ij. K.M. bedraagt, doch dat het door hem voor zijne
kinderen gewenschte onderwijs eveneens wordt gegeven op de
R.K.Scholen te Zevenbergschen Hoek, welke scholen op een af
stand van minder dan I4. K.M. van zijne woning zijn gelegen;
dat op het tijdstip, waarop bedoelde kinderen den leerplich
tigen leeftijd bereikten, laatstgenoemde scholen reeds waren
opgericht;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders dd. 1
December 1951»
Gelet op het bepaalde in artikel 15 der Lager-önderwijs#et
1920;
BESLUIT
op voormeld verzoek AFWIJZEND te beschikken.-
VI HET VOORSTEL TOT WIJZIGING DER KEURINGSVERORDENING
VEE- EN VLEE S CHKEURINGSD IE NS T (uitponden van vleesch)
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat overgelegd adres
van de slagers, houdende verzoek om bepalingen in het leven
te roepen in zake het z.g. uitponden, in Uwe vergadering van
50 October 1951 een onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt.
De meeste leden waren van oordeel, dat het uitponden op den
voet, zooals zulks thans gs in deze gemeente plaats heeft,
niet kan geduld worden, waarom werd verzocht, de commissie,
sub j dergemeenschaopeli jke regeling Zevenbergen-Zwaluwete
verzoeken, met de slagers alhier te confereeren.
De Voorzitter dier commissie heeft aan het verlangen gevolg
gegeven en bedoelde vergadering belegd, waarbij alleen de
Voorzitter en de Directeur van den Vee- en Vleeschkeurings-
dienst aanwezig waren. Namens de slagers waren verschenen de
Heeren Vos en Verstraten. Na ampele bespreking, waarbij kwam
vast te staan, dat het goede vleesch in deze gemeente niet
duurder wordt verkocht, dan in soortgelijke slagerswinkels e
Breda en Princenhage - wararvan een overzicht wordt overgelegd
- en nadat nogmaals kwam vast te staan, dat hak vrijwe ner
gens een zoo onbeperkte vrijheid wordt gelaten om in schuren
en stallen te slachten als hier, komt het hun noodzakelijk
voor, op aangehaalde en andere gronden het uitponden alleen
toe te laten in door de wet daartoe geschikt gekeurde lokalen,
waarom zij voorstellen, de verordening op den Keuringsdienst
van vee en vleesch te wijzigen als op overgelegd concept aan-
g6De Heer Korteweg meent, dat dit besluit in strijd zou zijn
met het vorig besluit, omdat toen besloten was, een afwachten
de houding aan te nemen. De Voorzitter wijst er op, dat zulks
slechts in zooverre het geval is, dat met de slagers zou wor
den geconfereerd; z.i. kan de onhygiënische toestand in schu
ren Sn stallen niet bestendigd blijven. De Heer van Unnik
merkt op, dat het moeilijk is, dit beslu:ittjegen e
met het oog op den on&ygienischen toestand; T)lijkt toch wel,
dat de gemeente een strop heeft met het niet houwen
slachtplaats; het is practisch zoo, dat het uitponden
meer mogelijk is, want de slagers kunnen ook met die enkele
slagers een afspraak maken; uit hygiënisch oogpunt moet hij
vóór stemmen, maar overigens is hij er tegen.