99
De Heer van Eek vraagt of het voorschrijven van een bepaalde
verfsoort niet nadeelig is voor de Gemeente; z.i. wordt daardoor
concurrentie van verschillende fabrieken uitgesloten. De Voorzitter
antwoordt, dat daardoor zekerheid bestaat, dat een goede verf wordt
geleverd. De Heer van Eek acht het verkeerd; daarenboven zou er dan
meer verschil in de aannemingssommen zijn geweest, welke nu zoo wat
gelijk waren. De Heer Huitkar vindt den tijd (November) ook wel
slecht gekozen. De Voorzitter antwoordt, dat zulks in overeenstem
ming is met de circulaire van den Minister in zake bestrijding
werkloo she id-
1 Huurcontract met bestuur van het Kringconsultatiebureau voor
tuberculoselijders, lokaal oud-Gemeentehuis .-
m Akte verkoop canada-hoornen nabij station Lage Zwaluwe; opbrengst
f. 807,—
n Algemeen verslag van het fonds ter aanmoediging en ondersteuning
van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden (Ponds voor oud-mili
tairen) .-
o Berslag Vee- en Vleeschkeuringsdienst Zevenbergen en Hooge- en
Lage Zwaluwe over het Ille Kwartaal 193°--
p Van Ged. Staten dd. 22 October 1930, G. nr. 189, houdende goed
keuring raadsbesluit dd. 3 October 3.93O, tot wijzigipg der be
drijf sverordening Vee- en Vleeschkeuringsdienst.-
Voorstel B.en W. de stukken sub a t/m voor kennisgeving aan
te nemen.-
Aldus wordt besloten.-
r Circulaire van den Raad van Almkerk dd. 22 October 1930, niet ver
zoek adhaesie te willen betuigen aan Ged. Staten met raadsbesluit
Almkerk in zake jaarwedden burgemeesters, secretarissen en ontvan
gers .-
Voorstel B.en W.Dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
De Heer Huitkar wil juist het tegenovergestelde doen en adhaesie
betuigen, want, werkelijk, zegt spreker, indien Ged. Statefa zoo
voortgaan, dan loopt het verkeerd uit; men wil Noordbrabant gelijk
stellen met andere provincies en dat kan z.i. niet. De Heer Hendriks
is ook tegen verhoogingmede met het oog op de werkloosheid* De
Heer van de Noort zou iedere gemeente voor zich zelf laten werken;
hij is atraks ook tegen verhooging4 De Hendriks vermeent, dat alle
gemeentenin hetzelfde schuitje moeten gaan en eenparig en krachtig
moeten aandringen. De Heer van Eek kan wel eenigszins met den Heer
v. d. Noort meegaan; op het oogenblik is het echter wel eenigszins
anders, zegt spreker; Ged. Staten schrijven maar voor; hij meent,
dat rtien thans eenparig met Almkerk möet aansluiten; dat is het
krachtigst. De Heer ^orteweg kan zich hierbij aansluiten. De Voor
zitter merkt op, dat het voor deze gemeente alleen den Ontvanger
betreft; hij leest een passage uit de circulaire voor, waaruit z»i*
blijkt, dat de redactie op een laag peil staat (vraag en aanbod);
hij vergelijkt verschillende gevallen; hij merkt op, dat er wel
zijn, die voor 15 cent per uur willen werken en dat zulks nog niet
bewijst, dat het tegenwoordige uurloon te hoogmis. De Heer Nollen
$cht het niet gewenscht, adhaesie te betuigen en om de redactie,
en omdat het voor deze gemeente alleen den Ontvanger betreft. De
Heer van Eek merkt op, dat Ged. Staten tegenwoordig alles maar omhoog
willen brengen en wil daarom adhaesie betuigen. De Heer Nollen is
door het gesprokene van den Heer van Eek niet overtuigd en blijft
er bij, dat het hier slechts den Gemeente-Ontvanger betreft. De
Heer van Unnik vreest, dat de Böad het figuur zal maken, dat andere
gemeenten, welke er meer mee te maken hebben, zich op Zevenbergen
zullen baseeren; daarom wil hij ontraden adhaesie te betuigen.