m Van Minister van Financiën, dd. 6 Augustus 193°> no. 126; houden-
~"de mededeeling, dat de aanvrage om een voorschot ingevolgo de Land-
arbeiderswet voor A. van osterhout, door hem is ter zijde gelegd.-
n Van Bouwvereeniging „St. Joseph" te Zevenbergschen Hoek; exploi
tatierekeningen 1929/193°•-
o Van Warenkeuringsdienst voor het gebied Breda; Verslag verrich
tingen over het He kwartaal 193°--
p Van Ged. Staten, dd. 17 September 1930, G. nr. 87, houdende goed
keuring raadsbesluit dd. 1 Augustus 193°» wijziging der gemeen
te- en bedri jfsbegrootingen.-r
q Van Ged. Staten dd. 17 September 193°, G.. no. 116; niet-ontvanke-
lijkverklaring van A. J. van Kastel te Kooge- en Lage Zwaluwe in
zijn beroep tegen forensen-aanslag 1929/193O.-
Voorstel B.en W.de stukken sub a t/m q voor kennisgeving aan
te nemen.
Aldus wordt besloten.-
sVerzoek van den administrateur der Landarbeidersvereeniglng ogi
terhooging zijner belooning voor te verrichten werkzaamheden, met
advies van het Bestuur der Landarbeidersvereeniglng.
Voorstel B.en W.te besluiten tot eene verhooging van f. 75-
en alzoo te brengen op f.150.--. De Heer van Gils vraagt of bij
de werkzaamheden ook begrepen is het geld ophalen, zooals bij de
Bouwvereeniging te Zevenb. Hoek. De Voorzitter antwoordt ontken
nend en deelt mede, dat, waar het toch de bedoeling is, de verhoo
ging met ingang van 1 Januari a.s. te doen ingaan, het verzoek
in verband met deze omstandigheid kan worden aangehouden tot bij
de begrooting 1931. Aldus wordt besloten.-
t Adres van L. Mulders voor vergoeding voor afbraak schutting en
""terugbouwen op de rooilijn, met advies van den Gemeente-upzichter.-
Voorstel B.en W.te besluiten tot toekenning eener vergoeding
overeenkomstig het advies van den Gemeente-Opzichter
Aldus wordt besloten.-
u Adres van P. Kapitein in Zake bijdrage kosten plaatsing kind in
een zwakzinnigen-gesticht.-
Voorstel B.en W,aan het Burgerlijk Armbestuur in overweging te
geven met eene bijdrage van f. 1.-- s weeks genoegen te nemen,
gezien de financieele omstandigheden van adressant.
De Heer van Unnik begrijpt, dat B.en W. niet verder kunnen gaan
dan adviseeren; hij hoopt, dat het Burgerlijk Armbestuur het zoo
zal opvatten, dat geholpen moet worden, daar het in ieder geval
hoog noodig is. De Heer Hendriks vraagt of de Voorzitter goed ge
ïnformeerd heeft. De Voorzitter doet mededeeling van de opgaven
van den werkgever. De Heer Hendriks meent, dat het loon bij eene
bijdrage van f. 1.— nog goed is; hij merkt op, dat men er geen
zwakkelingen van moet maken. De Heer van Gils vraagt of bij die
verdiensten de kindertoeslag is inbegrepen. De Voorzitter merkt
op, dat geen kindertoeslag genoten wordt; hij geeft eenige "toe
lichting van de omstandigheden en is er van overtuigd, dat, indien
belanghebbende f. 1.— per week bijdraagt, het kind tot een vol
waardig burger kan opgroeien; het blijft, zegt spreker, een droeve
zorg voor de ouders; hij zou willen zeggen, breng het offer in het
algemeen belang. De Heer Schiks is het hiermede eens; we moeten
toch toonen, zegt spreker, een voorbeeld te geven van Christelijk
heid en opoffering voor die gedupeerde menschen. De Heer Huitkar
vraagt, wat het Kerkelijk Armbestuur aan dit geval doet. De Voor
zitter antwoordt, dat geen Parochiaal Armbestuur bestaat, terwijl
het plaatselijk Armbestuur slechts zeer geringe inkomsten heeft.
De Heer Vrins kan er zich wel eenigszins mee vereenigen, doch hij
vindt het jammer, dat aan het Burg. Armbestuur geen juiste opgave
van inkomsten is verstrekt; zulks is eenigszins misleidend, zegt