de heffihg eener belasting op vermakelijkheden niet van toepassing te verklaren op de inrichtingen die worden toegelaten op de jaar- li jksche kermis» zulks overeenkomstig overgelegdontwerp-besluit, zoodat deswege eene vrije inschrijving voor bepaalde vermakelijk heden kan worden gehouden. Aangezien de verordening op de heffing van merktgelden eveneens van toepassing is op de inrichtingen die buiten de jaarlijksche kermis op gemeente-terrein wprden toegelaten, stellen zij den Raad voor, deze verordening in te trekken, waardoor tevens bereikt kan worden een opleving van de jaarmarkten en de z.g. Donderdagsche Beursmarkt. Door dezen maatregel zal de totaal-opbrengst voor de gemeente on geveer gelijk blijven, aangezien de meerdere opbrengst der kermis- Verpachting door hen ongeveer gelijk geraamd wordt aan de minde re opbrengst der marktgelden.- DenHeer Korteweg bevreemdt het, dat zooiets nu weer van B.en w. Uitgaat; de kermis-exploitanten komen daardoor in een gunsti ger positie dan de inwoners. De Heer van Eek kan ongeveer in den zelfden geest spreken als de Heer Korteweg; hij zou echter liever dan alle belasting op vermakelijkheden afschaffen ten bate van noodlijdende vereenigingen. De Voorzitter licht een en ander nader toe; als we een kermis hebben, zegt spreker, verlangen we zeggenschap op inrichtingen, welke het meest aannemelijk zijn; het is al dikwijls gebleken, dat tusschentijds moest worden afgeweken van de tarieven; ook bij aan neming van het voorstel van B.en W. blijft desgewenscht de «aad medezeggenschap behouden; doch dan kan een vrije inschrijving wor den gehouden. Daarabij komt, zegt spreker, dat de markten allengs minder bezoek en koopers trekken, aangezien de tarieven abnormaal hoog zijn; door aanneming van het voorstel komt er meer leven in de brouwerij; B.en W. willen alles wat naar handel en hijverheid ZWDemiaatstenwoórden kan de Heer Korteweg onderschrijven; met de kermis-vermakelijkheden is het echter iets anders; laat de kermis maar uitsterven, zegt spreker; dat zou hij toejuichen; in hoeverre de gemeente daarbij richting m<pet geven, zal hij niet uitstippelen, om hem nieuw leven in te blazen, kan hij zijn stem niet geven. De Voorzitter merkt op, dat men niets nieuws doet; misschien is het zelfs een aftrek vaan cafebezoek; het is juist een middel om gepaste gelegenheden met kermis te krijgen, vooral v°or e De Heer van Eek is een voorstander van de kermis; laat men op ge paste wijze kermis vieren, zegt spreker; liever wil hij het kermis veranderen in „Lunapark", dan mag iedereen er ^n deelnemen. Hij vindt het niet goed, dat de inwoners altijd naar buiten moeten om zich te vermaken. De Heer Schiks merkt op, dat de Burgemeester bij gezegd heeft „nu zal de burgemeester niet meer tegen kermis zijn „zegt dat maar aan Uw menschen hij heeft dit gedaan, J S?ijt ziet hij nu weer, lat dit Burgemeesterlijk woord wordt gene geerd. Het prestige van dit Burgemeesterlijk woord heeft bij hem <taDe°Voorzïttfr1hadngeheel anders verwacht; de Heer K°r^eS£®®£en- het e enigs zins goed gezien, waar hij sprak van nieuw dat is juist het tegenovergestelde van hetgeen de Heer Schiks hem in de schoenen schuift. jor, De Heer Schiks wijst er op. dat hij bedoelt het beknotten Her dansgelegenheden. De Voorzitter merkt op, dat dan toch wel uit de woorden van den Heer Schiks blijkt dat niet de .ke™is J£ch de dans gaat domineeren met alle gevolgen van dien, hij ^nschte er echter slechts de kantjes af te doen en den goeden dans te bevor

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1930 | | pagina 68