(fiy - 39 - het totaal "belastbaar Inkomen, zegt spreker, is ongeveer f. 12lp.000.-- meer dan vorig jaar. De Heer Huitkar maakt een bereke ning. De Voorzitter wijst er op, dat op die berekening niet met zekerheid kan worden afgegaan, aangezien er een verschuiving naar de hoogere inkomens heeft plaats gehad. De Heer Nollen merkt opip dat men er lang over kan praten; we weten echter eenmaal, zegt spre ker dat er f. 120.000.-- moet zijn en dat alzoo 1,7 geheven moet worden. De Heer Vermeuleh kan ermede accoord gaan, indien later maar geen suppletie-belasting moet geheven worden, want dat zou hij verschrikkelijk vinden. De Voorzitter merkt op, dat een en an der met zich brengt, een flinken b-post; dat daarbij nog komt een meevaller van lp md. Personeele Belasting ad f6000. hij denkt dat volgend jaar de belasting aanmerkelijk zal kunnen worden ver laagd. DenHeèr Huitkar verwondert het dat de Voorzitter altijd door een optimist ischen bril ziet. De Voorzitter zegt, dat hij nu eenmaal optimistisch is aangelegd. Na nog eenige discussie wordt het voorstel van B.en W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Hiervan wordt opgemaakt het navolgend besluit: De Raad der gemeente Zevenbergen; BESLUIT het getal, bedoeld in het tweede lid van artikel 6 derverordening op de heffing van een plaatselijke inkomstenbelasting in deze gemeente, voor het belastingjaar 1930/193I te bepalen op 1,7.- V HET VOORSTEL TOT AFWIJZENDE BESCHIKKING OP RECLAMES TEGEN AANSLAGEN IN HET VERGUNNINGSRECHT 1930/1931»-" Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat blijkens overgelegde adressen door de Wed. de Wit, J. M. Tholenaar, Wed. den Ouden en R. Hermus gereclameerd wordt flegen hun aanslag in het vergunnings recht 193O/193I. a In afwijking van het advies van den schatter der dranklokalen wer den door hen de aanslagen van U. den Ouden, Wed. de Wit, Wed. den Ouden en J. M. Tholenaar in bene hoogere klasse ondergebrachtaan gezien h.idaardoor een meer billijke verhouding tusschen de voor naamste vergunninghouders in deze gemeente zal worden geschapen en afgaande op het drukke bezoek, waarin deze inrichtingen zich mogen verheugen. Zij achten den nieuw opgelegden aanslag alleszins billijk en stel len mitsdien den Raad voor afwijzend op de diverse verzoeken te be schikken. Opgemerkt wordt nog, dat het argument van adressant Tholenaar buiten aanmerking kah blijben aangezien de aanslag geldt voor het vergunnings jaar 1 Mei 19.3O tot 1 Mei 19311- het verzoek van adres sant Hermus, voorzoover betreft teruggave, kan eveneens buiten be schouwing blijven, aangezien adressant vroegere jaren niet binnen^ den voorgeschreven termijn van lip dagen heeft gereclameerd, terwijl p.i. op grond van de bovenbedoelde verhouding tusschen de voornaam ste vergunninghouders er geen aanleiding is het verzoek om vermin dering in te willigen. De Heer Vermeulen vraagt inlichtingen over het geval Hermus. De Voorzitter licht zulks nader toe; adressant zeide vorige jaren zelf, dat hij niet te hoog was aangeslagen, doch dat de verhouding ten opzichte van ènderen niet goed was; B.en W. hebben daarin nu verandering gebracht, waarvoor zij vermeenen dat alleszins aan leiding was. Daarna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van B.en W.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1930 | | pagina 39