XIII HET VOORSTEL IN ZAKE HET NEMEN VAN BEN BEGINSEL-BESLUIT: a AANSLUITING VOOR HET GEBRUIKMAKEN VAN BARAKKEN, ONTSMET- TINGSDIENST EN VERVOERMIDDEL, BIJ DE GEMEENTE BREDA OF HET ST. ELISABETHS-GESTICHT TE OUDENBOSCH (art. 1» der Besimfet" teliike Ziektenwet); b VASTSTELLING VERORDENING OP DE HEFFING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTENGELDEN; c BESTEMMING TEGENWOORDIG ZIEKENHUIS- Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat krachtens Koninklijk Besluit van 1 October 1929 (St. no. I4J4.7de Besmettelijke Ziekten wet (St. 1928, no. 265) op 1+ October 1929 is in werking getreden. Ingevolge art. 18 dier wet hebben de gemeente of gemeenten, die de Kroon daarvotjr aanwijst, ten genoegen van den Minister de be schikking over één og meer gelegenheden voor vervoer, afzondering, waarneming, reiniging, ontsmetting en verpleging van personen en voor vervoer, reiniging en ontsmetting van goederen. Blijkens hierbij overgelegd schrijven van den Geneeskundig In specteur van de Volksgezondheid te Nijmegen, voldoet de barak voor besmettelijke ziekten alhier (z.g. gemeentelijk ziekenhuis) zoowel wat ligging als de indeeling aangaat, niet aan de eischen, die ge steld mogen worden; daarenboven is de voorziening in goed geschddld personeel niet voldoende gewaarborgd. Daar het eventueel weder in gebruik nemen van de barak h.i. met zeer groote financieele offers gepaard zou gaan en zelfê dan nog bovengenoemde bezwaren zouden blijven bestaan, geeft hij hun in overweging hieraan geen kosten te besteden, doch ons in verbinding te stellen met de gemeente Breda of eventueel Oudenbosch, ter aansluiting aan daar op te richten barakken. Hij ver me en'j, dat zulks voor deze gemeente niet die zwa re financieele offers zal vragen, die noodig zouden zijn voor een eigen barak. Ter zake werd dan ook reeds te Breda een vergadering gehouden met omliggende gemeenten, ten einde te komen tot het vormen van een kring ïfaet Breda als centrum, als bedoeld in artikel 18 der Besmet telijke Ziektenwet. Ook hun College vermeent, dat het voor deze gemeente de voordee- ligste weg zal zijn, aansluiting te zoeken bij een centrum en wel bij voorkeur bij Breda, aangezien deze gemeente voor wat ziekenver pleging betreft, thans zich reeds op Breda heeft ingesteld. Op grond van een en ander stellen zij den Raad voor in beginsel te besluiten tot aansluiting bij Breda en een definitieve beslis sing te nemen, zoodra hun de desbetreffende kostenberekening zal zijn voorgelegd. In tegenstelling met het bepaalde in art. 5®. <^er> oude Besmette lijke Ziektenwet, dat den Gemeenteraad tot heffing van rechten be voegd verklaarde, legt art. 21 der nieuwe Bas Wet den Gemeenteraad de verplichting op, verordeningen vast te stellen op de heffing en invordering van bijdragen in of vergoeding van de kosten van ver voer, afzondering, onderzoek, verpleging, reinigijjg sn ontsmetting. Het komt hun voor, dat de rechten dienen te worden gebaseerd op de inkomens der betrokkenen, behoudens eenige uitzonderingen, waar om zij den Raad voorstellen ter zake een beginsel-besluit te nemen, waarna zij d& in een volgende vergadering definitieve voorstellen zullen doen. Ten slotte komt dan nog aan de orde de bestemming van de^alsdan overbodig geworden ziekentearak (z.g. gemeentelijk ziekenhuis). De Raad gelieve ter zake evenfeens een beginsel-besluit te nemen; bijv. tot verbouw in woningrn, tot inrichting voor andere doelein den, tot verkoop of anderszins. Daarna zullen hunnerzijds ter zake voorloopige maatregelen genomen worden, waarna zij den Raad In een

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1930 | | pagina 34