28
het bedrag van f. 50000.-- als maximum-crediet genoemd in zijn
besluit van 20 December 1929, goedgekeurd bij besluit van H.H.
Gedeputeerde Staten van Noordbrabant van 8 Januari 1930, O. nr.
86, tot het aangaan eener rekening-courant-kvereenkomst met de N.V.
Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's- Gravenhage, te wijzigen
in f. 100.000.--.
VII HET VOORSTEL TOT GESLOTEN-VERKLARING VAN WEGEN IN ÉÉN
RICHTING IN HET BELANG DER VRIJHEID EN VEILIGHEID VAN
HET VERKEER.-
Onder verwijzing naar hetgeen zij reeds eerder opmerkten bij hun
aan den Raad gericht voorstel tot gesloten-verklaring van de Zuid-
Havenkanten in de richting Zuid-West naar Noord-Oost (vergadering
van 28 October 1927) hebben Burgemeester en Wethouders de eer den
Raad voor te stellen over te gaan tot gesloten-verklaring van de
Brugstraat zoowel voor Motorrijtuigen als voor rijwielen vanaf
kadastraal perceel Sectie M. nr. 778 tot aan de brug in de richting
Noord-West en van de Dijksfcraat vanaf kadastraal perceel Sectie M.
nr. 210 tot aan de brug in de richting Zuid-Oost.
Hierbij kan gevoeglijk gebruik worden gemaakt van overgelegd
ontwe r p-be slui t
Door hen is tevens onder de oogen gezien of beide straten ook
gesloten moesten worden verklaard voor gewone voertuigen; na ernsti
ge overwegingen vermeenen zij, dat zulks met het oog op daaruit
voortspruitende moeilijkheden voor diverse landbouwers vooral gedu
rende den campagnetijdvooralsnog kan worden achterwege gelaten.
Mocht in de toekomst de wenschelijkheid daarvan blijken dan zal
door hen alsnog deswege aan den Raad een voorstel tot wijziging
der Algemeene Politieverordening worden gedaan.
Waar na vernieuwing/in Kerkstraat en Lange Noordstraat alle overi
ge straten in deze gemeente het verkeer voldoende kunnen verwerken,
vermeenen zij, met een-richting-verkeer in Dijkstraat en Brugstraat
en de Havenkanten te kunnen volstaan. der bestrating
De Heer Hendriks vindt hét dlechts een halven maatregel; z.i. moe
ten de gewone voertuigen er ook onder begrepen worden; alles in een
richting, acht spreker veel beter; de praktijk zal leeren, dat men
daartoe na een jaar toch zal moeten overgaan; daarom wil^hij thans
alles definitief regelen. De Voorzitter merkt op, flat hij aanvanke
lijk ook aldus heeft geredeneerd; hij is echter gezwicht voor de be
zwaren van de landbouwers, komende uit den Schansdijk. De Heer van
Eek wijst er op, dat hij vroeger reeds het een-richting-verkeer
heeft voorgesteld; echter moet zulks dan voor allen gelden; nu zul
len de motorrijtuigen er op rekenen, dat alles een richting uitgaat
en dan zullen.juist de ongelukken plaats hebben; daarom wil hij
thans afdoende maatregelen nemen en niet wijken voor bezwaren van
enkele landbouwers; het is slechts een questie van gewoonte, zegt
spreker. De Heer van Unnik is het hiermede eens, doch is van oordeel
dat dit reeds een verbetering is; blijkt straks, zegt spreker, dat
het noodig is, dan kan nog een aanvulling plaats hebben; daarenboven
is het voor motorrijtuigen en rijwielen slechts een oogenblik tijd,
terwijl de voertuigen veel langer tijd voor dit traject noodig heb
ben; hij zou het daarom eens willen probeeren, zooals B.en W. voor
stellen. De Heer Gommers wijst er op, dat alleen gesproken wordt
van voertuigen, komende van de richting „de Dankbaarheid doch^dat
hetzelfde geldt voor voertuigen, komende sran den Lamgatschen dijk;
ook deze zullen een omweg moeten maken; hij vraagt of het al eens
is voorgekomen, dat er ongelukken plaats hadden. De Voorzitter ant
woordt bevestigend. De Heer van de Noort merkt op, dat men moet be
denken, dat het een groot offer zou zijn voor de landbouwers; de au
to's, zegt spreker, zouden dan te snel gaan rijden, daar er niets in