23 inlichtingen heeft ingewonnen; hij kan wel zeggen, dat^zulks niet geschied is. Be Heer Schiks heeft bij de werkgevers geïnformeerd. De Heer van den Noort merkt op, dat er wel JO géschikten bij zijn; B.en W. hebben de meest geschikten, in de gemeente woonachtig,uit gezocht en op de voordracht geplaatst. De:Heer Korteweg wil naar voren brengen, dat B.en W. van hun oorspronkelijk standpunt zijn afgeweken; hij vraagt of het aan die menschen is medegedeeld, dat zij tevens putjes moeten scheppen. De Voorzitter antwoordt bevesti gend. De Heer Korteweg merkt op, dat de voorgedragenen niet kunnen repareeren; als zij stukken hebben, wordt door hen de firma opge beld; waar de eischeh eenigszins gewijdigd zijn, acht hij ook het salaris te hoog, het is abnormaal. Be Voorzitter wijst er op, dat het salaris reeds bij de begrooting is vastgesteld. De Heer Korte weg is het hiermede niet eens; z.i. kan dit nu onder de oogen ge zien worden; men kan veèl goedkooper terecht bij dezelfde menschen. De Voorzitter zegt, dat dan straks toch weer om gelijkstelling met andere gemeenten gevraagd wordt. De Heer Francois acht het salaris ook veel te hoog; bij de begrooting is het in uitzicht gesteld; thans kan men er over gaan praten; indien intusschen de levensstan daard gestegen was, zou het salaris verhoogd moeten wdtrden; nu ech ter alles de helft goedkooper is geworden en met ziet hoe slecht het den boerenstand gaat, stelt hij voor het salaris op f. 18.te bepalen; de belastingen, zegt spreker, zuilen dit jaar niet zoo ge makkelijk binnen komen. De Voorzitter zegt, dat het voorgestelde sa laris behoorlijk is; gaat daar nu niet aan tornen, zegt spreker. De Heer Framjois zegt, als een ander in den sloot springt, behoeven wij dat nog niet te doèn; er zijn genoeg sollicitanten bij hem ge weest, die erkennen, dat het salaris te hoog is; hij wil daarom een nieuwe oproeping tegen verlangd salaris* De Voorzitter zou weet hét zelfde betoog moeten houden als bij de bégrooting; hij vermeent,dat dit toch nu wel bij dé Heeren. zal zijn dóórgedrongen. De Heer Huit- kar meent, dat nu de eischen zijn verandërd het ook wel een béetje minder kan. De Heer Korteweg wil rekening houden met het particulier bedrijf; hij vindt het ongehoord, zoo'n salaris voor iemand, die de bewijzen nog moet leveren; we kunnen altijd nog omhoog, zegt spreker. De Heer van Eek vindt het ook te hoog ingesteld tegenover hét parti culier bedrijf. De Heet Vermeulen heeft niets tegen het salaris, noch tegen de personeh, doch het heeft hem gefrappeerd, dat iemand met diploma is over het hoofd gezien. De Voorzitter zegt, dat B.en W. zich georienteerd hebben op menschen uit de Gemeente. De Heer Francois stelt thans voor een nieuwen oproep te plaatsen tegen een salaris van f. 20.-" Dit Voorstel wordt met 8 tegen 5 stemmen aangenomen. Voor stemden de Heeren van Gils, Korteweg, Francois, Gömmers, van Eek, Hendriks, Schiks en Huitkar. De Heer van Unnik wil dan kennis geven, dat alleen uit ingezetenen zal worden benoemd. De Heer van den Noort zegt, dat men vrij is ook anderen te benoemen. XV HET VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET VOLJAARSKOHIER HONDENBELASTING 1950.- Burgemeester en Wethouders hebben de eer den Raad ter vaststelling aan te bieden het voljaarskhhier der hondenbelasting voor het jaar 193° tot een tataal bedrag van f. 2062,50. Zij stellen den Raad voor de betaling in een termijn te doen ge schieden, vervallende 30 Jnni 1930- Wordt met algemeene stemmen vastgesteld XVI RONDVRAAG.- De Heer van Gils wijst er op, dat destijds de maximum-snelheid is afgeschaft; hij vraagt of wederinvoering niet mogelijk is; zooals

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1930 | | pagina 23