aantal aansluitingen, een goed figuur slaat en vraagt of daartegen
over niet een kleine concessie mogelijk is, door ook meer afgelegen
woningen van water te voorzien,
De Voorzitter meent, dat zulks voorhands nog wel niet zal gaan,
waar de Maatschappij nog steeds met verlies werkt; later zal men
misschien toeschietelijker worden.
De Heer Huitkar wijst op het onbillijke, dat men moet betalen
voor wat men niet verbruikt; hij. vindt het vastrecht tarief uit den
booze en zag liever dezelfde.methode toegepast als bij het gas e.d.,
n.l. levering over den meter.
De Heer Korteweg merkt nog op, dat de Waterleiding in zich zelf een
reclame is; hij die aangesloten is, wil het niet meer missen.
Daarna wordt het voorstel van B.en W. zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.-
XII HET VOORSTEL TOT TOEKENNING EENER JAARLIJKSCHE GRATIFICATIE
AAN DE VRIJWILLIGE BRANDWEER TE LANGEWEG.-
Burgemeester en Wethouders èeelen mede, dat blijkens overgelegde
stukken van de zijde der Vrijwillige Brandweer te Langeweg er op
wordt aangedrongen eenige vergoeding toe te kennen voor het beproe
ven der spuiten.
Het verzoek komt hun wel billijk voor, waarom zij den Raad voor
stellen aan de vrijwillige brandweer te Langeweg eene jaarlijksche
gratificatie van f. 25»-- (te beginnen met 193^) te verleenen, on
der voorwaarde, dat jaarlijks minstens twee verplichte beproevingen
zullen plaats hebben met de brandspuit en den slangenwagen.
De Voorzitter licht het voorstel nader toe en zegt prijs te stel
len op instandhouding der Vrijwillige brandweer te Langeweg.
De Heer Vrins vraagt of het de bedoeling is, dat tweemaal geoefend
wordt met iedere spuit, daar toch de Opzichter eenmaal voldoende
acht
De Voorzitter antwoordt, dat B.en W. 2x oefenen wenschelijk achten
en daarop de gratificatie is berekend.
De Heer Korteweg vraagt of ook overleg gppleegd wsrdt met naburige
gemeenten in zake brandweer. De Voorzitter antwoordt, dat ter zake
het advies is gevraagd van den Provincialen Brandweerbond
Daarna wordt met algemeene stemmen besloten overeenkomstig het
voorstel van B.an W.
XIII HET VOORSTEL TOT VERHOOGING DER GRATIFICATIE VOOR DE
VOLONTAIRS TER GEMEENTE-SECRETARIE-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat, zooals den Raad uit
overgelegde stukken kan blijken, er door den Nederlandschen Bond
van Gemeente-Ambtenaren op wordt aangedrongen, aan de beide volon
tairs ter secretarie (de Heeren van den Peijl en Kavelaars) eene
vaste aanstelling uit te reiken.
Hun College kan echter ter wille der consequenties geen vrijheid
vinden tot vaste aanstelling over te gaan.
Ten einde echter den volontairs eenigszins tegemoet tekomen, stel
len zij den Raad voor de gratificatie van elk hunner, groot f.250.--,
met ingang van 1 Januari 19^0 te verhoogen tot f. 350.-- 's jaars.
Den Heer Huitkar verwondert het, dat de Bond een vaste aanstelling
vraagt; waar blijft dan het volontair-zijn, zegt spreker. De Heer
van Unnik kan het standpunt van den Bond best begrijpen; hij zou het
als lid van den Raad op prijs k±js£±j£h hebben gesteld Indien een vas
te aanstelling ware uitgereikt; hij vraagt of het niet mogelijk is,
om de jongens ter wille te zijn, door hen als tijdelijk-ambtenaar
aan te stellen. De Voorzitter wijst er op, dat zij dan minstens
f. L|_00moeten verdienen. De Heer van Unnik merkt op, dat zulks
slechts een questie is van f. 54.de prestaties zullen wel in
orde zijn, daar twijfelt hij niet aan; toch zou zulks ten goede ko
men.