17 -
vtt HET VOORSTEL IN ZAKE VERHAAL VAN FIV DEEL DER BETAALDE PRE-
MIE VAN HET LOON DER VERZEKERDEN'," INGEVOLGE DE ZIEKTEWET.-
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat, zooals den Raad be
kend zal zijn, de artikelen 65 en ll6 der Zeiektewet bepalen, de
bevoegdheid van den werkgever voor een deel van de betaalde premie
van het loon van den verzekerde af te houden.
Intusschen is de werkgever niet verplicht, van deze bevoegdheid
gebruik te maken.
Door hen werd derhalve overwogen of met betrekking tot het perso
neel dn gemeentedienst, waarvoor de gemeente premie moet betalen,
al of niet tot afhouding van het loon zal moeten worden overgegaan.
Het komt hun voor, dat het ter wille der consequenties gewenscht
is dat van het loon der verzekerden, voor wie door de gemeente
Ingevolge het bepaalde bij de Wet, premie wordt betaald, zoodanig
deel der premie wordt afgehouden als de Wet toelaat.
Mitsdien hebben zij de eer den Raad voor te stellen, in dien geest
te besluiten, overeenkomstig overgelegd ontwerp-besluit
De Heer van ïïnnik merkt op, dat B.en W. ook spreken van consequen
ties; die consequenties begrijpt hij niet al te goed; hij vraagt
zich af of het wel goed gezien is van B.en W. om juist van die men-
schen die 25 of 26 cent per uur verdienen, nog een bedrag te gaan
korten; hij had een ander voorstel verwacht; meerdere gemeenten heb
ben de premie voor hunne rekening genoqien; hij hoemt o.a. de gemeen
te Deurne, waar het gaat over een 200 a 250 menschen; voorfes bestaat
het gevaar, dat de ontevredenheid (hetzij dan ten rechte of ten on
rechte) wordt in de hand gewerkt; hij wil wel eens hooren op welke
wijze de billijkheid van inhouding wordt verdedigd.
De Voorzitter merkt op, dat het hier slechts over enkele personen
gaat; juist voor die menseigen, de minst betaalden, zou hij ook zeg
gen, dat het een kleinigheid is, temeer waar de Gemeente voor mag
S&De*Heer Schiks acht de consequenties van het Dagelijksch Bestuur
wel wat zwaar gewogen; de ontevredenheid mag niet worden
derd; nu in het begin is deze nog te smofcen; hij geeft toe, dat de
lage loonstandaard aan de Hoevensche Beemden buiten den Burgemeester
om ia tot stand gekomen; hij wil echter voorstellen aan de daar te
werk gestelden een toeslag te verleenen voor hun looptijd. De Voor
zitter merkt op, dat dit thans niet aan de orde is. De Heer Schiks
vreest, dat de menschen nog harder zullen gaan sputteren; hij is he
met den Heer van Unnik eens; laat de gemeente een offfertje brengen;
de Wet heeft toch de verplichting niet opgelegd. BaM.nAn,hM.
De Voorzitter vindt het ook niet consequent, waar de pensioensbij
dragen ook niet geheel worden verhaald. De Heer van Eek vraagt welk
uurloon de menschen verdienen. De Voorzitter antwoordt 2b cent. De
Heer Korteweg merkt op, dat de wet gemaakt is door het hoogste tol-
lege; dat daarbij is gewikt en gewogen; dat de wet nogal aanmerkelijk
voordeelen brengt voor de verzekerden; de last wordt voornamelijk
gelegd op de werkgevers, zegt spreker. De Heer van den Noort wijs
er op, waarom de meerderheid van B.en W. een dergelijk voors
r het ëaat bij B.en W. niet om de knikkers maar om het recht van/spel,
f het gaat hier slechts over een bedrag van 10 cent; verhaal werk
echter opvoedend en dat moet door de overheid worden gEzsga in de
hand gewerkt. De Heer Nollen onderstreept het gezegde van den neer
van den Noort; daarenboven, zegt spreker, zijn er meerdere werknemers
die zelf verklaren te willen bijdragen. De Heer van Unnik erkent,dat
de meerderheid van het hoogste College er voor was de geheele premie
te leggen on de werknemers; dit is echter noodgedwongen geschied,
daar de wet^anders niet gekomen was; hij kan echter wel mededeele
dat de vakbeweging er naar streeft de premie op het bedriji te leg
gen; juist omdat het niet om de knikkers gaat kan hier een mooi