NAIA
120 -
Hierna wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling
der gemeente-begroot ing;:
VOLGNUMMER 3b*-De Voorzitter merkt hierbij op, dat het ter
vorige vergadering gevoteerde bedrag voor huisnummering ook
voldoende is gebleken voor de aanschaffing van straatnaam
borden voor de voornaamste straten; zulks waar de geraamde
kosten voor bevestiging te hoog bikken. Wordt goedgevonden.-
VOLGNUMMER 75 - Het voteeren van dit bedrag ia den Voorzit-
ter door andere collega^s aangeraden; alsdan heeft hij het
geld disponibel voor recherche-diensten in geval dat het be
ter is niet de eigen politiemannen te doen optreden; hij
merkt hierbij op, dat hij ter zake hèt gebruik dier gelden
geen verantwoording behoeft te geven* Wordt goedgevonden-
VOLGNUMMER 128.- De Heer Francis vraagt of het stuk van
den Bloemendaalschen Zeedijk van Rijksweg naar spoorlijn niet
mét keien kan worden verhard. De Voorzitter wil hier liever
dezelfde gedragslijn volgen als ten opzichte van den Achter-
dijk, zulks met het oog op de tijdsomstandigheden. Wordt
goedgevonden.-
VOLGNUMMER 26l.- De Heer en Huitkar; en van Eek bespreken
hierbij het geval van een zenuwpatiënt waarvan men nog al
last ondervindt. De Voorzitter zal zoo noodig ingrijpen.-
VOLGNUMMER 265»- De Heer van Unnik vindt dit verhoogd bedrag
nog te laag, aangezien hier ook in .10 verwerkt de B.g« steun
regeling, waar dit in het vervolg door het Armbestuur moet
geschieden; hij hoopt, dat het niet noodig is, maar als het
noodig is, zegt spreker, hebben we het niet; hij wil daaraan
vastkoppelen het denkbeeld, dat de werkloozen niet naar het
Burgerlijk Armbestuur behoeven en wi^dit vervangen door het
benoemen ëener commissie of door een ander in handen te ge
ven de Penningmeesters dei? Bonden; hij wil dezen post met
f. 2000.-- verhoogen. De Voorzitter vermeent, dat, indien het
eventueel noodig ès, het bedrag toch wel gevoteerd zal worder?
indien meer noodig is, kan de Raad spoedig bijeen geroepen
worden.-
VOLGNUMMER 307.- De Heer van Eek vraagt og B.en W. er nog
niet over gedacht hebben dezen post te schrappen daar ver
schillende noodlijdende gemeenten deze gelden niet kunnen
missen. De Voorzitter gelooft, dat dit bezwaarlijk is, nu
de gemeente er krap voor 2it; daarenboven wordt het toch van
het publiek teruggevorderd; in de steden, zegt Spreker, ziet
men juist, dat uit dezen post wordt geput. De Heer Gommers
vermeent, dat deze belasting het meest uit weelde betaald
wordt. De Voorzitter merkt op, dat zulks niet altijd het ge
val is; het is een moeilijke quustie en daarom komen B.en I.
niet zoo gauw met een voorstel. De Heer Korteweg wil hierop
terugkomen wanneer de Gemeente er weer goed voorzit. Hij
vreest toch al of de geraamde belastingen wel zullen binnen
komen. De Voorzitter geeft in verband hiermede voorlezing
van een gevraagd advies van den Accountant Van Ouwerkerk, die,
voor wat invoering eener Baatbelasting voor Zevenbergen tot
dezelfde conclusie komt als spreker in zijn circulaire aan
de Raadsleden. De Voorzitter wijst op de mogelijkheid van
invoering met het oog op de donkere toekomst. De Heer van
Eek wil dit nog eens afzien; de menschen, zegt spreker, zijn
toch al ziek en worden dan nog zieker gemaakt. De Voorzitter
merkt op, dat het uit den zak of den band zal moeten komen
en dat hij zich bij den Heer Van Ouwerkerk in goed gezelschap
bevindt; dat daarenboven in de meeste omliggende gemeenten
deze belasting reeds is ingevoerd en geen moeilijkheden